-

Hoe Jeany Ngo mijn TNW Conference redde   

Op 18 en 19 mei barstte het festival van The Next Web weer los in Amsterdam. Meer dan 12.000 techies and digital hippies buitelend over elkaar heen om de laatste insights van thought leaders te horen en een glimp op te vangen van de rocksterren van de nieuwe economie. Ik keek er naar uit. Al nam ik me voor om de mainstream wat te ontwijken en op zoek te gaan naar de hidden gems onder de sprekers. Dit artikel is geen bash van TNW Conference. Een sarcastische zwijm kan echter zeker ervaren worden. Het is een pure afspiegeling van mijn ervaring van het festival van The Next Web. Neem het vooral met een korrel zout.

Na een hete busrit vanaf het CS en de klamme wandeling die daarop volgde, schrokken mijn collega en ik enigszins van de hordes mensen die in de rij stonden te wachten om een cashless payment-bandje op te halen met daarbij de welbekende plastic dogtag met onze naam. De medewerkers in de twaalf cabins op een rij voorzagen de meute van de gewenste toegangspapieren.

Naast ons in de rij steeg een kekke drone op die iemand voorzag van een selfie. Druk appende en serieus kijkende captains of industry maakten zich klaar voor het feest van het jaar. Na de wat klungelige entree met dito gang naar locatie De Gashouder wordt duidelijk waarom dit ook de ook alweer hét tech-event is van het jaar. De ambiance op de mainstage is fenomenaal. De goede vibe is voelbaar bij het publiek als de eerste video wordt ingestart en de discobol zijn draaiende werk doet aan het plafond.

Boris en Pep trappen af met de bekende toiletrolgrapjes (tweet @boris als het wc-papier op is) en gejuich valt hen ten deel. Het feest kan beginnen, terwijl 100-en mensen nog buiten in de rij staan te wachten op hun persoonlijke pols. Hadden ze er maar eerder moeten zijn.

Gezocht: relevantie en menselijkheid

Het thema dat ik voor mezelf had opgebouwd voor de twee dagen was ‘relevantie en menselijkheid’. Na mijn vorige bezoek aan TNW in 2015 bekroop me het gevoel dat we wel erg hard gaan. Alles moest mooier, groter, duurder en sneller. Hoe spannender de termen, hoe beter. Ik had daar als dromerige dorpeling wat moeite mee en hoopte deze editie wat meer menselijkheid op te merken. Iemand mag toch blijven dromen nietwaar?

Amber Chase trapte voor mij af onder de titel ‘Calm Technology’, vernoemd naar haar gelijknamige boek. Het bleek gelijk een schot in de roos; “We need to have smarter people, not smarter technology”. Amber is duidelijk een intelligente dame met veel podiumervaring. Als onderzoekster had ze een krachtig verhaal opgetuigd, maar hoe werkt haar overtuiging in de praktijk?

Met die vragende gedachte verlaat ik het hoofdpodium en inmiddels wordt duidelijk hoe druk het is op het terrein als De Gashouder leegloopt en iedereen zijn plekje probeert te bemachtigen in de rij voor koffie. Het is tenslotte al 11:00 uur. De beoogde horeca-efficiëntie legt het af tegen de klapperende cafeïne-instincten in de late ochtend.

Het uitgestippelde praatjesplan is door de oponthoud binnen no time in duigen gevallen en nieuwe plannen worden gesmeed. In mijn ooghoek zie ik nog net Mark Randall (VP of Creativity Adobe) over zijn Kickboxsuccesverhaal vertellen. Zag ik dit zelfde verhaal niet twee jaar geleden ook al?

De derde talk waar we aansluiten is in het Transformatorhuis. Het is niet zozeer een presentatie, maar een paneldiscussie. En een interessante. Wytze de Haan (Director Conference van TNW), Tracy Chou (Software Engineer at Large), Yvonne Hutchinson (Ready Set) en moderator Janneke Niessen (Improve Digital) praten over het thema ‘diversiteit’ en een ‘inclusive culture’ binnen je bedrijf.

Een bijzonder interessant gesprek waar logischerwijs geen duidelijk antwoord op geformuleerd kon worden. Ze concluderen wel dat diversiteit binnen digitale teams lastig blijft in een witte mannelijke wereld. De vrouwen in het panel benadrukken vooral dat ze niet de excuusvrouw willen zijn in een sprekers-line-up of binnen een team.

Het zette mij zelf aan het denken over de rol van internationalisering binnen het onderwijs. De kracht die daarvan uit gaat. En in hoeverre we die voldoende benutten. In een globaliserende wereld gaat het er niet alleen over dat je met mensen met verschillende culturele achtergronden kan samenwerken, maar vooral dat je open staat voor verschillende interculturele invalshoeken.

Dat je inziet dat andere meningen en andere visies essentieel zijn om zelf te kunnen groeien. En omdat de kans groot is, dat als jij voor een techbedrijf werkt, je producten gebruikt worden door mensen van over de hele wereld.

Nir Eyal, hoogtepunt van dag 1

Na vele omzwervingen over het terrein, een fijne workshop Design Thinking van The New School’s Parson School of Design en een aantal lezingen die naar mijn mening niet in het programma opgenomen hadden hoeven worden gezien de inhoudelijke relevantie, eindigde ik de eerste dag bij Nir Eyal, schrijver van het book ‘Hooked’. Dit was voor mij wel het hoogtepunt van de dag.

Nir durfde het aan, als één van de weinigen, om de ethische kwesties aangaande verslaving van digitale middelen kritisch aan de kaak te stellen. Zo stelt hij Facebook hardop de vraag waarom zij niks doen aan verslaving van hun applicatie bij jongeren. Waar het bij bijvoorbeeld alcoholisme moeilijk is te achterhalen of iemand aan het afglijden is, kan Facebook eenvoudig zien welke gebruikers er verslavings-typerende scroll-activiteiten op nahouden.

Waarom is het zo moeilijk voor Facebook om hen een berichtje te sturen met de boodschap ‘We zien dat je ons platform bovengemiddeld en mogelijk ongezond veel gebruikt. Kunnen we je helpen?’ vraagt Nir zich af.

Daarnaast plaatst hij vraagtekens bij platformen als Slack die ons in staat stellen 24/7 met collega’s in contact te staan, terwijl ze op kantoor bij Slack promoten dat iedereen na het harde werken naar huis gaat en vooral niet meer werk bezig moet zijn tot ze weer op kantoor komen.

Het zijn de gedachtesprongen van Nir die me veel energie geven, maar ook een beetje bang maken. Willen deze invloedrijke bedrijven geen ethisch beleid voeren? Of gaat het echt alleen om business? Ik zie iedere week op onze academie hoe media onze jonge generatie in de greep houden. En mijzelf ook.

In deze attentie-economie waarbij vernuftig geschreeuwd wordt om aandacht via notificaties, haptic touches en UX-sounds, wordt een simpel gesprek een schaars goed. Het leek erop of Nir zijn nieuwe boek ‘Getting De-Hooked’ aan het pitchen was met zijn verhaal, dus ik zie uit naar dat boek.

Dag twee begon met een valse start. Namen hoeven niet genoemd te worden, maar op een festival zoals TNW, met volgens mij toch een redelijk ervaren techdoelgroep als publiek, kunnen sommige sprekers zich wel afvragen of hun talk werkelijk een plaats moest hebben op dit podium.

Enfin, ik ging op zoek naar een nieuw ankerpunt voor de dag en vond deze bij Arash Aazami, oprichter van Kamangir. Arash wist tussen al het geweld van AI’s, Big Data, Cyborgs, Seed-millions, VR’s en influencers een menselijk verhaal neer te zetten waarbij hij in staat was om ons echt even na te laten denken.

Ik besef dat ik een aanname doe omdat ik voor meerdere mensen spreek, maar bij de menselijke verhalen van Arash, Chase Jarvis (creativity over technology), Kodi Foster (ga niet blind voor de databubbel), Luuc Elzinga (kom eens achter je scrumboard vandaan en ga nou in godsnaam eens naar buiten om in gesprek te gaan met je klant) leek er een soort zucht van rust in de zaal te komen. Het applaus was net wat warmer. Mensen bleven zitten tot het einde van deze verhalen.

Ik dacht op te merken dat mensen het fijn vonden om eerlijke, emotionele verhalen te horen tussen al de business-bombardementen en techtermbingo’s. Zijn we techmoe? Of ben ik dat vooral zelf? De waarheid zal ongetwijfeld ergens in het midden liggen.

Jeany Ngo, hoogtepunt dag 2

Al mijn gedachten kwamen tot een soort concluderend hoogtepunt bij het verhaal van Jeany Ngo, designer bij AirBnB. Een ietwat kleine en tengere dame die volnerveus het podium op kwam. Ze vertelde dat degene die haar mailde met het verzoek om te komen spreken op TNW het wel mis moest hebben. Ze hadden waarschijnlijk de verkeerde persoon gemaild.

Met een stotterende stem verzamelde Jeany vervolgens de moed om bij de venuecrew aan te geven dat haar notes niet op het scherm waren te lezen. En die had ze toch wel echt nodig. Het publiek gaf haar de mentale support die ze nodig had. De aantekeningen verschenen op haar scherm en nadat ze een gat in de lucht was gesprongen ontving ze het spontane applaus als een warme deken.

Haar presentatie was visueel gezien ongeëvenaard. Prachtige slides met super strakke visuals. Maar daarmee won ze niet mijn hart. Haar verhaal ging over de ‘imposter’ die ieder in zich heeft. Jeany heeft als designer niet de beste papieren qua onderwijs, ze wordt onzeker door de zwaargewichten waarmee ze samenwerkt en voelt de druk van haar werkzaamheden omdat het gaat over zaken die miljoenen mensen gebruiken.

Ze houdt een bepaald imago hoog, waarvan ze het gevoel heeft dat ze het niet verdient. Ze voelt zichzelf een imposter. En ze vraagt zich af wanneer ze ontmaskerd gaat worden. Voor haar gevoel kan dat op ieder moment gebeuren. Ze neemt ons mee in een eerlijk en persoonlijk verhaal en soms maakt ze een gevoelig uitstapje naar haar toehoorders door te zinspelen op het feit dat we allemaal een imposter in ons hebben.

Wanneer wordt jij ontmaskerd? Wanneer wordt jouw ware aard zichtbaar? Wanneer blijkt dat niet je ambitie en doorzettingsvermogen, maar je onzekerheid ervoor zorgt dat je 80 uur per week werkt? Wanneer blijkt dat die universitaire studie waar jij je bestaansrecht aan ontleent bij je collega’s, je toentertijd wel bijna een burn-out heeft bezorgd?

Of wanneer komt uit dat jij je startup eigenlijk helemaal niet bent begonnen om de wereld mooier te maken, maar is geld je drijfveer…ik vul het even in voor Jeany, maar ik kan me voorstellen dat ze dit soort interne imposter-kwesties bedoelde. Natuurlijk vulde ik dit ook voor mijzelf in. Wat maakt nou dat ik relevant ben voor mijn studenten? Volgens mij nam iedereen in de zaal even de tijd om een soort innerlijk mentaal gesprekje te voeren.

Jeany maakte vervolgens de ommezwaai naar het omarmen van je imposter. Het kwetsbaar op durven stellen van je zijn. Dat je durft te zien wie je bent en dat je hier ook naar durft te handelen. Dat je hiermee eerlijk kan zijn naar jezelf en daarmee nog krachtiger kan worden. En dat andere mensen jou beter kunnen begrijpen en je daarmee een sociale context creëert die je verder kan brengen.

Soms is het ook niet erg dat je het even niet meer weet. Of dat het allemaal even teveel wordt. Dat jouw imposter op het punt staat ontmaskerd te worden. Jeany sloot haar verhaal af en een fijn applaus was haar cadeau. Ik besloot dat ik als een ware groupie een selfie (sorry voor de slechte kwaliteit) wilde maken met Jeany en ik schoof naar voren. Nadat ik de foto had genomen en een hoogst ongemakkelijke small-talk had gevoerd liep ik weg en hoorde ik haar tegen haar entourage zeggen “now, let’s have a drink”. De druk was van de ketel.

Tot slot

Ik begon aan dit artikel met de gedachte dat ik veel meer frustraties op papier zou gaan zetten. Frustratie over de organisatorische struggles met de lange rijen, de wisselende tijdschema’s en de haperende horeca in combinatie met de soms inhoudelijk twijfelachtige talks en de, in mijn ogen onnodige, verheerlijking van technologie boven de relevantie.

Frustratie over het feit TNW conference mij niet heeft gefaciliteerd in de rust en ruimte om op een ordelijke manier inspiratie op te halen. Misschien waren mijn verwachtingen daarin te hoog en ben ik te dromerig. Misschien verwacht ik teveel van een industrie die het verschil maakt in de wereld. Misschien kunnen we het tij niet keren binnen het energie-probleem. Misschien is tech niet een mogelijk handvat van een meer eerlijke verdeling van welvaart op de wereld.

En misschien verlang ik teveel als ik zoek naar de relevantie van technologie voor onze dagelijkse leven en persoonlijke ontwikkeling. Maar als ik nu terug lees wat ik heb opgeschreven, dan kan ik eigenlijk toch wel concluderen dat TNW wel mijn doel heeft gediend. Dus dank TNW. Tot volgend jaar. Alleen dan wel vanachter mijn bureau op de livestream.

Deel dit bericht

4 Reacties

Maurice Beerthuyzen

Mooi artikel Dirk! Prachtig als mensen als Jenny Ngo zich zo kwetsbaar op durven te stellen. Je vraagt je af of we niet allemaal ‘techno’ moe worden? Misschien de gemiddelde Nextweb bezoeker wel, maar dan denk ik meteen aan die vele Midden en klein bedrijven die juist op digitaal gebied een enorme inhaalslag te maken hebben. Dat daarbij het juiste evenwicht hoort tussen het ‘menselijke’ en technologie ben ik het overigens helemaal mee eens, maar is dat niet ontwikkelingen gaan? Eerst worden ze veel te ver doorgevoerd, waarna er een evenwicht wordt gevonden? (denk ook aan de industrialisatie in de 19e eeuw?)

Dick

Top Dirk !
Blijf overal doorheen prikken. Verder Boris heeft 2 targets…..
1/ informatie naar zijn doelgroep
2/ profit !
Fijne dag
Grt D

Jordy

Mooi verhaal Dirk, leuk om te lezen! Ondanks de kritische noot klinkt het als iets waar ik bij had willen zijn. Je eigen struggles en de ontwikkelingen die je noemt, herken ik voor mezelf, maar ook binnen het bedrijfsleven. We slaan soms een beetje door in het gebruiken van de laatste technieken en ook methodologieën a la Agile en Scrum, waardoor het niet meer een middel maar een doel op zich wordt.
Las laatst trouwens ook een artikel over het imposter syndrome, treft vooral ook veel vrouwen 🙂

Dirk - Fontys Academy for Creative Industries

@maurice: Dank + Eens!
@dick: Helemaal mee eens. Veel buitenlandse gasten ook. Die smuller er van.
@jordy: Dank! Wat betreft je ‘imposter>vrouw’…wellicht omarmen mannen wel zo zorgvuldig hun imposter dat ze er gewoon in gaan geloven. Wie zal het zeggen. Mocht je nog een linkje hebben naar het artikel, dan hoor ik het graag…

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond