Deel dit artikel
-

2020: Big Tech in de vuurlinie

2020 was het jaar waarin het geduld met Big Tech opraakte. De topmannen van deze bedrijven moesten zich op Amerikaanse hoorzittingen verantwoorden en er zijn onderzoeken gestart naar machtsmisbruik in zowel Europa als de VS.  En als het aan 46 Amerikaanse staten en de FTC ligt, wordt Facebook opgeknipt.

Zomer 2020 kondigde de Europese Commissie formele onderzoeken aan naar de App Store en Apple Pay. Eurocommissaris Margrethe Vestager sprak over Apple als ‘poortwachter’. Het bedrijf is eigenaar van het ecosysteem én uitbater van Apple Music en Apple Books. Een dubbele rol, waarover bedrijven als Facebook en Microsoft steeds nadrukkelijker klagen.

Apple reageerde teleurgesteld op het onderzoek op basis van wat het bedrijf noemt ‘ongefundeerde klachten van een handvol ondernemingen die voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten’.

Toch kan het nauwelijks toeval zijn dat Apple een nieuw partnerprogramma lanceert (per 1 januari 2021) om onafhankelijke ontwikkelaars ‘te laten groeien met de volgende generatie innovatieve apps in de App Store’. Zij hoeven over de verkoop van hun apps of diensten binnen die apps nog maar 15 procent af te dragen in plaats van de dertig procent die nu gehanteerd wordt. Voorwaarde is wel dat ze minder dan 1 miljoen dollar hebben verdiend in het afgelopen kalenderjaar.

Er was ook positief nieuws voor Apple: het bedrijf hoefde de miljardenboete die was opgelegd door de Europese Commissie vanwege vermeende belastingontduiking niet te betalen. Ierland gaf Apple een speciale fiscale behandeling, die andere bedrijven niet kregen.

Toch drijven er fiscaal donkere wolken boven de techreuzen. Verschillende Europese landen dringen aan op een internetbelasting voor techbedrijven die vanwege allerlei handige belastingconstructies heffingen weten te ontwijken.

De Europese Unie heeft al eens een uniforme aanpak voor heel Europa voorgesteld. Dat werd uitgebreid naar een breder voorstel van de G20. Daarnaast heeft ook de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) gezegd dat zij overeenstemming zou bereiken over mondiale regels die voor 137 landen zouden gelden.

Inmiddels is de Franse belastingdienst begonnen met het incasseren van miljoenen euro’s van Amerikaanse techreuzen: een belasting van 3 procent van de (lokale) omzet van de zogenaamde GAFA bedrijven: Google, Apple, Facebook en Amazon.

Uit Brussel is de afgelopen maanden helemaal een gure wind gaan blazen. De Europese Commissie is een concurrentiezaak begonnen tegen Amazon. De retailer zou zijn positie misbruiken door data te verzamelen van anderen die via het platform verkopen en eigen producten hoger in de zoekresultaten te plaatsen.

Toezichthouders van de Europese Unie hebben op de valreep van 2020 plannen voor strengere regels gepresenteerd: Platforms moeten meer openheid gaan geven over hoe hun algoritmes werken. Ze moeten bijvoorbeeld duidelijk maken waarom bepaalde artikelen of video’s aangeraden worden. Ook moeten gebruikers de optie krijgen dat platforms geen aanbevelingen meer doen op basis van een profiel.

Als een techbedrijf herhaaldelijk in de fout gaat, wil de Europese Commissie dat bedrijf gaan opbreken. Dat kan gebeuren als een techbedrijf in een periode van vijf jaar tot drie keer toe een boete heeft gekregen.

Ook in hun thuisland hoeven techreuzen niet meer op sympathie te rekenen. Het is vooral dankzij president Trump dat ook Amerika kritischer is geworden op Big Tech. Bij de regering Trump vatte namelijk het idee post dat bedrijven als Twitter, Google en Facebook conservatieve geluiden onderdrukken.

In mei 2020 kwam Trump al met een decreet om socialmediabedrijven verantwoordelijk te houden voor de geplaatste content. Directe aanleiding was een conflict met Twitter dat een bericht van Trump markeerde als ‘mogelijk misleidend’. Dat zou het platform ook daarna nog vele malen doen.

In juli moesten Mark Zuckerberg, Sundar Pichai, Jeff Bezos en Tim Cook verschijnen voor een antitrustcommissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Doel was om te bepalen of wetten gewijzigd moeten worden om problemen op het gebied van concurrentie aan te pakken, maar de Republikeinen namen de gelegenheid te baat om de CEO’s eens flink uit te horen over de vermeende censuur van conservatieve opinies op sociale netwerken.

De eerste serieuze aanklachten liggen nu op tafel: Toezichthouder FTC wil Facebook in stukken hakken, want Amerikaanse consumenten zouden te weinig keuze hebben uit sociale netwerken en kunnen daardoor hun privacy niet goed beschermen. In twee aparte rechtszaken, die zich nog jaren kunnen voorslepen, willen FTC en openbare aanklagers van diverse staten een einde aan dit monopolie maken.

Het Amerikaanse ministerie van Justitie klaagde op zijn beurt Google officieel aan voor het misbruiken van zijn monopoliepositie. Het bedrijf zou zijn marktmacht gebruiken om concurrenten buitenspel te zetten via exclusieve contracten en overeenkomsten. Google betaalde bijvoorbeeld miljarden dollars aan Apple om de Google-zoekmachine als standaardoptie te gebruiken op de iPhone.

Inmiddels zijn er ook nog eens twee aparte rechtszaken opgestart vanuit groepen Amerikaanse staten. De ene aanklacht heeft uitsluitend betrekking op de zoekactiviteiten (zoals de verkoop van zoekadvertenties) en de spraaktechnologie van het bedrijf. De andere stelt dat Google met Facebook samenspant om haar toch al dominante positie op de advertentiemarkt te versterken. Daarmee dreigt de grootste antitrustzaak sinds die tegen Microsoft in 1998 en tegen telecommer AT&T in de jaren zeventig.

De verwachting is dat de bedrijven het onder Joe Biden ook al niet makkelijk krijgen. Zowel de Republikeinse als de Democratische partij wil sectie 230  afschaffen om grote techreuzen te dwingen illegale berichten te verwijderen. Sectie 230 is een bepaling van de Communications Decency Act uit 1996, de begintijd van internet.

Reuters meldde deze week dat Google, Amazon, Facebook en Microsoft functionarissen naar voren schuiven voor cruciale posities in diverse ministeries in de hoop zo meer invloed uit te oefenen op het beleid.

Onduidelijk is of president Biden een einde zal maken aan de onder Trump ingezette handelsoorlog tussen de VS en China. Sinds Donald Trump meer dan honderd Chinese techbedrijven op een zwarte lijst heeft gezet – die zouden net als Huawei de Amerikaanse staatsveiligheid bedreigen – durft geen leverancier ter wereld nog zaken te doen met de Chinezen. Amerikaanse chipbedrijven klagen over aanzienlijke omzetdalingen.

Na Huawei, dat geen Google software in licentie mag nemen, nam Trump de videoapp TikTok op de korrel. Dat gebeurde niet toevallig na de eerste campagnebijeenkomst van Trump sinds de coronacrisis. De lage opkomst zou mede veroorzaakt zijn door TikTok-gebruikers.

Per decreet eiste zijn administratie dat de Noord-Amerikaanse activiteiten moesten worden afgestoten. Microsoft, Walmart en ook Oracle schoven aan de onderhandelingstafel, terwijl China zijn exportregelgeving aanscherpte. Pogingen om zowel WeChat als TikTok te verbieden strandden tot nu toe bij de rechter.

Pogingen om techreuzen te ontvlechten en toekomstige fusies te verbieden zouden evengoed kunnen vastlopen. Niet ten onrechte stelt Facebook dat de toezichthouders destijds akkoord zijn gegaan met de overname van Instagram en WhatsApp, dochterondernemingen die Facebook ook niet zo makkelijk meer kan afkoppelen.

Foto Pixabay

 

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond