Booking.com: gesteggel om Turkse vergunning

Een Turkse rechtbank heeft de activiteiten van Booking.com tijdelijk verboden, omdat onduidelijk is of daarvoor een licentie moet worden afgegeven. De zaak was aanhangig gemaakt door de branchevereniging van reisagenten in Turkije, TÜRSAB. Booking.com gaat tegen de uitspraak in beroep.

Concreet betekent het verbod dat Turkse consumenten geen Turkse hotels meer kunnen boeken op de Booking-site. Buitenlandse hotels zijn voor hen wel gewoon boekbaar. Nederlandse consumenten kunnen gewoon hotels blijven reserveren in Turkije.

Booking.com zegt in een reactie: “Als een e-commerce en technologiebedrijf, zijn wij ervan overtuigd dat we een bijdrage leveren aan een gezonde concurrentie in de markt door Turkse consumenten een transparant en gemakkelijk platform te bieden om accommodaties over de hele wereld te vergelijken en te boeken. We dragen ook bij aan een waardevolle groei van de business van meer dan 13.000 Turkse aanbieders.”

De nadruk op ‘e-commerce en technologiebedrijf’ impliceert dat Booking.com van mening is niet aangemerkt te kunnen worden als reisorganisatie. Dan zou er dus ook geen licentie nodig zijn. Die verdediging paste Booking.com eerder met succes toe in de zaak die Reiswerk Pensioenen tegen het Nederlandse bedrijf aanspande. Reiswerk vond dat Booking.com zich moest aansluiten bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche. De kantonrechter in Amsterdam oordeelde echter dat Booking.com geen reisbureau is en dus niet valt onder het verplichtstellingsbesluit van het bedrijfstakpensioenfonds voor de reisbranche.

Het is de tweede keer in korte tijd dat Booking.com onder vuur ligt in Turkije. In februari kreeg de OTA nog een boete opgelegd van 2,5 miljoen lira (zo’n 630.000 euro) wegens oneerlijke concurrentie. Deze zaak draaide om de zogeheten ‘rate parity’ clausule die Booking.com in contracten met hoteliers opneemt. Hierin beloven de hotels dat op Booking.com altijd de laagste prijs wordt aangeboden. Rechtbanken in Duitsland, Italië en Frankrijk oordeelden ook dat de prijsafspraak neerkomt op oneerlijke concurrentie.