-

Wie programmeert het onderwijs?

Wie zich de afgelopen tijd verdiept heeft in het aanbod van basisscholen, zal het niet zijn ontgaan: leren programmeren is de nieuwe usp. Menig onderwijsinstelling heeft voor de wat hogere klassen autonome robots, waarmee ze de strijd aan kunnen gaan met leeftijdsgenoten.

Daarbij komen er ook steeds meer robotjes op de markt die de kleinsten spelenderwijs bekendmaken met programmeren. In bredere zin werd enkele jaren geleden door Ons Onderwijs 2032 – een groep onderwijsbetrokkenen – al voor een grondige hervorming van het schoolcurriculum gepleit. Met daarin ruimte voor het vak digitale geletterdheid en de ontwikkeling van een profiel ‘natuur en technologie’. Felle kritiek volgde, zowel op inhoud als vorm. Onder andere over het van bovenaf opleggen van veranderingen zonder leraren erin mee te nemen. Waarna het hele gebeuren over de formatieperikelen van de nieuwe regering heen werd getild. En nu onder een nieuwe naam, op meer inclusieve wijze, een nieuw plan wordt gemaakt. Naar goed Nederlands gebruik.

Ondertussen is onlangs op veertig Chinese middelbare scholen het eerste tekstboek over kunstmatige intelligentie in gebruik genomen. Als testcase om het onderwijs te veranderen. Geen schokkend aantal, maar het tijdspad is interessant. De introductie vond namelijk slechts een half jaar na de invoering van een nieuw plan voor AI-ontwikkeling van de Chinese Raad van State plaats, dat basis- en middelbare scholen verplicht om AI- en programmeer gerelateerde leergangen te ontwikkelen. Om te kunnen voldoen aan de zelf opgelegde ambitie om in 2030 een wereldleider te zijn in AI. Dus in een markt waarin volgens Gartner in 2022 al meer dan 3,9 biljoen dollar om zal gaan. Daar moet de BV Nederland toch ook het water van in de mond lopen.

De vraag blijft dan ook hoe Nederland – of wellicht beter, Europa – zich in deze ‘strijd’ wil positioneren. De Hollandse inborst kan daarbij helpen, blijkt uit een publicatie door Harvard Business Review. Zij onderschrijven dat het voor een goede plek in de digitale economie nodig is om het hardcore coderen serieus te onderwijzen. Maar zien ook dat de nadruk meer moet komen te liggen op kwaliteiten die menselijke werkers juist onderscheiden van AI. Zoals creativiteit, aanpassingsvermogen en interpersoonlijke vaardigheden. Plus op jonge leeftijd al het probleemoplossend vermogen stimuleren en leren samenwerken. Komt dat polderen toch nog van pas.

* Dit artikel verscheen eerder in het juninummer van Emerce magazine (#166).

Beeld: Matthew Hurst (cc)

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond