Deel dit artikel
-

Michiel Mol: ‘VR-commerce is een gimmick’

Mol typeren als de Nederlandse Elon Musk vindt hijzelf te veel eer. Toch zijn er zeker parallellen. Zo hebben beiden al op vroege leeftijd grote passie voor zaken als automotive, ruimtevaart en artificiële intelligentie. “De machine-mens-interactie boeit mij enorm”, aldus de tech-entrepreneur, die tegenwoordig vooral drukdoende is met ruimtereizen en VR.

De nu 47-jarige Mol bevindt zich al bijna 25 jaar in de voorhoede van innovatie. Met als resultante bedrijven in de reclamebusiness (Lost Boys, Media Republic, The Communication Company), en van automotive (Spyker Cars, Force India F1) tot ruimtereizen (XCOR Aerospace, Firefly Space Systems) en VR en augmented reality (Force Field VR). “Dat begon al tijdens m’n studie theoretische wiskunde & informatica, waar ik ben afgestudeerd op kunstmatige neurale netwerken. Iets wat we tegenwoordig deep learning noemen.”

Als oprichter en CEO van Lost Boys kwam hij er al snel achter dat het managen van mensen niet zijn ding is. “Het liefst werk ik in een klein team van intelligente mensen aan zaken die de wereld gaan veranderen. Daar ben ik op m’n best.” En dus is hij sindsdien vooral als medeoprichter of bestuurslid actief.

Zijn meest recente wapenfeit is Force Field VR, een bedrijf dat zich focust op virtual en augmented reality. En zich in twee jaar tijd heeft ontpopt tot een toonaangevende speler in Europa. “Dat komt mede door de jarenlange ervaring en het netwerk in de game-industrie van het management. Logisch ook, want zij hebben aan de wieg van Guerrilla Games (dat eind 2005 aan Sony werd verkocht, red.) gestaan en het daaruit voortgekomen Vanguard Games. Daarnaast lijken de skills die je voor VR nodig hebt erg op die uit de gamewereld.”

De tech-entrepreneur heeft op zakelijk gebied in het verleden ook enkele keren het roer flink om moeten gooien. Zo werd het destijds kwakkelende Lost Boys – dat het desondanks beter deed dan andere marktspelers – door een reverse take-over bij het Zweedse Icon Medialab ondergebracht. “De game- en formatdivisie gingen daarna verder onder eigen naam, Guerrilla Games en Media Republic.”

Bij die laatste werd in de begintijd druk geëxperimenteerd met tal van internetconcepten. Van mobiele WAP-formats (Jong-Zuid) tot Eccky, een virtuele baby die je als eigenaar moest opvoeden. “Daarmee liepen we erg voor de troepen uit. Terugkijkend was dat namelijk een van de eerste goede chatbots. Maar daar waren we veel te vroeg mee. Met alle gevolgen van dien.”

Wat is je belangrijkste learning uit die tijd?
“Dat je dingen maar beter klein kunt beginnen. Wij wilden destijds veel te veel tegelijkertijd en op te grote schaal, waardoor je als iets mislukte ook financieel flink het schip in ging. Daarnaast kun je een groots concept lastiger pivotten. Achteraf gezien had ik liever tien kleine Eccky’s gestart, waarvan er een paar wel gelukt waren… Dat is de prijs die je betaalt als je je in de voorhoede van nieuwe ontwikkelingen begeeft. Vandaag de dag tracht ik dergelijke risico’s nog beter in te schatten. En probeer ik me vooraf optimaal in te lezen in nieuwe markten, zoals die van de ruimtevaart. En praat ik er met veel mensen over, om een reëel beeld van een markt te krijgen en businesswise een goede inschatting te kunnen maken. Aan de andere kant zie je echter ook dat veel merken en investeerders, die de boot niet willen missen, juist maar al te graag vroegtijdig instappen.”

Lost Boys groeide als kool, maar werd ook hard geraakt door de internetcrash. Had je die klap zien aankomen?
“Gezien de hoge bedrijfswaarderingen in de markt was het evident dat er een correctie aan zat te komen. Wanneer wist alleen niemand. Ook wij werden als Lost Boys te hoog gewaardeerd. Volgens Merill Lynch, die ons naar de beurs zou helpen, zouden we na een notering maar liefst 3,2 miljard gulden waard zijn. En dat terwijl we nog geen twintig miljoen gulden omzet deden en geen megawinsten draaiden. De impact en kracht van de internetcrash heeft me wel verbaasd. Sommige van onze klanten hadden zelfs het idee dat het internettijdperk voorbij was. En belden ons op met de mededeling dat ze met hun internetsite gingen stoppen. Dat kan je je vandaag de dag toch niet meer voorstellen.”

VR bevindt zich momenteel volgens sommigen ook in een bubbel. Eens?
“Volgend jaar zal er zeker een correctie in die markt komen. Simpelweg omdat de installed-base te laag is, waardoor tal van spelers het lastig gaan krijgen. Dat geldt overigens niet voor ons. Onze klanten – denk aan Samsung, Facebook, Sony, maar ook Microsofts Hololens en de inmiddels veelbesproken bril van Magic Leap – moeten allereerst de markt in beweging krijgen. Ze zullen dus links- of rechtsom moeten blijven investeren en hebben content nodig om hun VR-producten en diensten aan de man te brengen. Die situatie zorgt ervoor dat we winstgevend zijn en door kunnen groeien. Ons personeelsbestand zal voor het einde van volgend jaar dan ook zo goed als verdubbelen. Dit keer juist omdat we er vroegtijdig bij zijn.”

De verwachtingen rond Magic Leap zijn torenhoog en met veel mystiek omgeven. Is hetgeen waar ze mee komen echt zo baanbrekend?
“Haha, daar mag ik natuurlijk niks over zeggen. Maar de verhalen die je erover hoort, zoals dat er beelden in je ogen worden geprojecteerd en dergelijke, zijn in werkelijkheid iets minder spectaculair. Het is eerder een verbeterde versie van de Hololens.”

Force Field focust op gaming, entertainment, tv en live-entertainment. Ik hoor je vooral over gaming, hoe staat het met die andere gebieden?
“Wij richten ons specifiek op computer generated images, oftewel CGI, iets wat erg dicht tegen gaming en aanpalende vormen van entertainment aan ligt. Televisie en live-entertainment laten we daarom links liggen. Voor de eerste zijn de camera’s gewoon nog niet goed genoeg. En bij live-entertainment verwacht ik dat VR een commodity gaat worden. En je productioneel inhuurt. Net als dat je nu camera’s van derden betrekt voor een concertregistratie of voetbalwedstrijd. Wij willen ons juist onderscheiden door het maken van hoogwaardige computergraphics, dat is een vak apart. Ook met de focus op Social VR zullen we niks doen, daar zet Facebook groots op in. En als daar iemand stappen in kan maken, zijn zij het wel.”

Bedenken jullie de VR-games zelf?
“Ja. Eigenlijk werkt het net als in de tv-business: je bedenkt een aantal ideeën en die pitch je middels een demo. Bij doorgang maken we een royaltydeal, waarbij in het geval van Landfall, dat we voor Facebook c.q. Oculus maken en medio maart zullen releasen, een minimale afnamegarantie afspreken die tevens onze kosten dekt. Mocht het een grotere hit worden, dan is de kick-back ook navenant. Features als in-app purchases zijn nog niet in zwang bij VR, maar zullen zeker komen. Net als andere verdienmodellen die je nu al op mobiel ziet. Daarnaast zijn wij de enige ip-houder van ons format, dus mocht een marktpartij er een film of vervolg op willen maken, dan verdienen wij eraan. Oculus heeft in het geval van Landfall wel het eerste optierecht.”

Wil je optimaal scoren, dan moet je weten wat er in VR het komende jaar gebeurt. Krijgen jullie inzage in de roadmap van jullie klanten?
“Ja, dat moet ook wel. Zo hebben we op kantoor al de volgende generatie VR-brillen liggen. Van meerdere fabrikanten. En weten we welke accessoires er de komende paar jaar uitkomen. Op lange termijn willen ze overigens allemaal hetzelfde: een redelijk normaal ogende bril die je zowel voor VR als augmented reality (AR) kunt gebruiken. Niet vreemd, want AR gaat vanwege de overlay met het echte leven vele malen groter worden dan VR. Voor onze developers maakt dat trouwens weinig uit, de techniek achter AR is nagenoeg hetzelfde. Mocht de vraag naar augmented reality dus ineens sterk opkomen, dan kost ons dat weinig extra inspanning. Die vraag is momenteel echter nog minimaal.”

Kan Europa koploper worden op VR-gebied?
“Nee, dat is en blijft toch echt een Amerikaanse aangelegenheid. Dat komt mede doordat het vinden van funding er vele malen makkelijker is dan hier. Desondanks kunnen we die business prima vanuit Amsterdam bedienen. Neemt niet weg dat ik graag vanuit de Verenigde Staten zou willen opereren. Zit ik meteen dichter bij XCOR en Silicon Valley, toch het Mekka voor tech-geeks. Punt is wel dat de salarissen daar al gauw twee keer zo hoog liggen. Dat is weer minder voor onze concurrentiepositie.”

Heb je voor Force Field eigenlijk funding opgehaald?
“Nog niet. We zijn wel aan het kijken om dat in de VS te gaan doen, zodat we grote film- of serielicenties kunnen kopen. Waar we vervolgens VR-experiences omheen maken. Tot op heden hebben we alles zelf gefinancierd en draaien we cashflow-positief. In de orde van vijf à tien miljoen euro, dat moet volgend jaar verdubbelen. Mogelijk deels door overnames.”

E-commerce en VR, geloof je daarin?
“Haha, uiteindelijk zal het wel zover komen, maar de komende jaren gaat dat nog niet echt tractie krijgen. En is het vooral een gimmick. Voor de domeinen home & deco en travel is het op korte termijn wel interessant. Want het voegt echt iets toe. Virtuele werelden als Second Life – of eigentijdse versies ervan – zijn in mijn ogen een grote grap en marketingstunt. Wie verwacht nou daadwerkelijk bankzaken te regelen in een VR-setting, niemand toch?”

Een groot deel van je werktijd gaat ook op aan XCOR Aerospace. Waarmee je in het vaarwater zit van grote jongens als Elon Musk, Jeff Bezos en Richard Branson…
“Klopt. De ruimtevaartindustrie is echter vele malen groter dan wat zij doen en willen bereiken. Waarbij er onderling overigens ook meer wordt samengewerkt dan je wellicht verwacht. Zo maken wij voor ULA (United Launch Alliance, red.), een joint venture tussen Boeing en Lockheed, de raketmotoren. Hierdoor is dat deel van XCOR nu al winstgevend. Daarnaast focussen we op het vervoeren van mensen naar de ruimte, tot op honderd kilometer hoogte. Daar zijn inmiddels al driehonderd tickets voor verkocht. Geld zullen we vooral verdienen door het meenemen van pay-loads als kleine satellieten – de grote laten we over aan SpaceX van Musk, die heeft een veel krachtigere raket dan wij – en het doen van experimenten. Want wanneer ben je nou een paar minuten gewichtloos? Gezien de grote vraag naar beide diensten – er liggen al honderden aanvragen – zullen daar ook de meeste inkomsten vandaan komen.”

Europa wil graag frontrunner worden wat betreft innovatie en ruimtevaart. Hoe realistisch is dat?
“Het is een mooi streven, ware het niet dat de Amerikanen ruimtevaart van staatsbelang achten, waardoor je als buitenstaander de opgedane kennis en ervaring niet mag exporteren. Voor mij als Europeaan – en grootste aandeelhouder bij XCOR – betekent dat zelfs dat ik de helft van onze fabriek in de VS niet in mag. Absurd toch? Ook mag ik in samenwerking met XCOR geen soortgelijke initiatieven in Europa of de rest van de wereld ontplooien. Oorspronkelijk mochten er zelfs geen Chinezen mee. Uit angst dat ze onze techniek zouden kopiëren.”

Het prijskaartje voor een uurtje ruimte ligt bij alle partijen rond de honderdvijftig duizend euro. Is dat het maximale wat mensen eraan willen spenderen?
“Ja. Overigens moet je bedenken dat een groot deel van de tickets afkomstig is van corporate bedrijven, op basis van sponsorships. Het stelt partijen als KLM, Heineken, Unilever en Philips in staat om onze ruimtereis met marketingcampagnes weg te geven en ons logo en dergelijke te gebruiken. Onze reizigers krijgen in aanloop naar de reis onder meer een basistraining, medische keuring en diverse rondleidingen in de fabriek. Voor hen is de weg ernaartoe denk ik net zo opwindend als de ruimtereis zelf. En vinden ze het vooral leuk om onderdeel te zijn van een toch best exclusieve community.”

Ben je niet bang dat de vraag naar ruimte-experiences, mede door het prijskaartje, al snel opdroogt?
“(Lachend) Nee hoor. De behoefte onder consumenten zal na de eerste trips alleen maar stijgen. Ik denk dat we met maximaal vier lanceringen per dag dan niet eens uitkomen. En zouden moeten uitwijken naar bijvoorbeeld reguliere vliegvelden. Theoretisch kan dat, want onze shuttle maakt net zoveel herrie als een Boeing 747. Vergunningtechnisch is dat echter een stap te ver. Nog wel.”

* Dit artikel verscheen eerder in het decembernummer van Emerce magazine (#154).

Foto: Alek (in opdracht van Emerce)

Deel dit bericht

7 Reacties

Sander

Vergelijken met Musk? Wat een blaaskaak.
Het enige dat Michiel Mol kan, is het geld van z’n pappie uitgeven.

Ronald ter Voert

@sander: Ik vergelijk hem met Musk, niet hij. Dat vind Michiel ook te veel eer. Maar zoals ik schets zijn er overeenkomsten. Mbt geld: zoals te lezen wordt er ook geld verdiend door bedrijven waar hij aan gelieerd is. Dus wel erg makkelijk om te suggereren dat hij geld verbrast.

Sander

@Ronald, Michiel Mol heeft 0,0 visie of kennis, op welk gebied dan ook. Het enige dat hij z’n hele leven doet is achter de horde en hypes aanlopen, met het geld van pappie.

John

Beste Sander. Iets van jaloezie? Michiel Mol is gelet op jouw commentaar al 20 keer succesvoller. Hij staat in ieder geval in de Emerce.

Sander

@John, jouw opmerking zegt meer over jou dan over mij. Dus jij levert alleen kritiek uit jaloezie?

En helaas, ik moet je teleurstellen, ik ben vele malen succesvoller dan deze knul.

Sander

@John, en ik vertel gewoon de waarheid. Sinds wanneer is dat verboden?

Piet Rutte

@Sander, 20x succesvoller? Dan wil ik verdomme ook de feiten horen op basis waarvan jij succesvoller definieert. Maak je 20x meer winst dan hij? Of verdien je geen aars en vindt ben je 20x beter in yoga?

Verder heb je wel gelijk hoor. Die Mol is natuurlijk een over het paard getrokken koorbal die jankend onder aan de trap bij papa staat te schreeuwen om de financiering van een ruimte bedrijf.

Dat gaat natuurlijk helemaal nergens over. Leuk en aardig, maar met 100M kan ik ook een ruimte bedrijf op zetten en zogenaamd een visionair worden. Dus ik ben het wel met Sander eens verder. Wat zijn nu werkelijk zijn prestaties. Want met 20M funding kan iedereen een “lost boys opzetten”. Lees een bedrijf wat ook niets presteerde en ieder jaar geld verloor, wat overigens hier wordt gesteld als “geen mega winsten”

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond