-

Baas over eigen data: Wie creëert, profiteert

Data zijn het nieuwe goud en momenteel profiteren vooral de grote techbedrijven daarvan. Hoe kan de consument gaan profiteren van zijn eigen data? 

Facebook en Google zijn niet gratis, dat weten we nu wel. Je betaalt voor het gebruik van de diensten met je persoonsgegevens, voorkeuren en andere persoonlijke data. En Google en Facebook gebruiken deze data om reclames en advertenties op jou af te stemmen. In relatief korte tijd zijn Facebook en Google de grootste advertentieplatformen ter wereld geworden (en beiden staan in de top 5 van grootste beursgenoteerde bedrijven)

Het businessmodel van Facebook en Google is relatief nieuw (zeg tien en twintig jaar oud), maar ondertussen verre van uniek. Bedrijven als Acxiom en Epsilon verzamelen data van gebruikers voor targeting-doeleinden. Spotify biedt gratis muziek in ruil voor reclames. En in de wereld van de retail zijn er bol.com, Alibaba, Amazon en Coolblue die maatwerk aanbiedingen doen op basis van persoonlijke profielen. En dat is bijzonder effectief. Een Amerikaanse vader werd zo ooit zelfs attent gemaakt op de zwangerschap van zijn tienerdochter, door de persoonlijke babyaanbiedingen die zij toegestuurd kreeg

Met de rug tegen de muur

Data zijn goud waard voor bedrijven. Consumenten zijn dus ook een beetje rijker geworden – zij creëren immers hun data. Maar is dat wel zo? Staan de miljarden voor Google en Facebook in verhouding tot de diensten die ze consumenten leveren? 

Hoeveel keus hebben de consumenten eigenlijk? Op papier hebben consumenten alle zeggenschap over hun data, maar het is een keuze met de rug tegen de muur. Want het is een alles of niets deal. Wil je als consument gebruikmaken van de diensten van Facebook zul je al je profielgegevens moeten achterlaten. Bovendien hebben de consumenten eigenlijk geen zicht op hoe data worden gebruikt. Voor welke campagnes worden ze ingezet? En wie krijgen de door Google en Facebook verzamelde data onder ogen? Die vraag is des te belangrijker na het Cambridge Analytica-schandaal waaruit bleek dat Facebook het bedrijf ondanks grove privacyschending geen strobreed in de weg legde bij de dataminingspraktijken. Na het Cambridge Analytica fiasco en diverse privacyschandalen daalde het gebruik van Facebook met twintig procent

Consumenten hebben ook vaak geen duidelijk alternatief voor een dienst, omdat massaal gebruik van een bepaalde dienst of platform deze ook direct aantrekkelijk maakt. Na de negatieve reacties op de overname van WhatsApp. Dit kwam niet omdat mensen overtuigd waren van de zuivere intenties van Facebook, maar omdat familie en vrienden niet overstapten op alternatieven. Ze konden gewoon niet eenvoudig om WhatsApp heen.  

Bewuster en beter beschermd?

Consumenten lijken de laatste jaren bewuster te zijn van de waarde die hun data voor bedrijven hebben. Het is onder andere te merken wanneer er grote datalekken zijn. Eind 2018 was het Marriot Hotel bijvoorbeeld slachtoffer van zo’n groot datalek en dit resulteerde direct in een grote rechtszaak waarbij het over vele miljoenen ging. Het feit dat Mark Zuckerberg moest verschijnen voor de senaat is een indicatie dat privacyvraagstukken leven in de samenleving. 

De wetgeving is verscherpt op het gebied van dataprivacy. In Europa is er sinds een jaar de General Data Protection Regulation (GDPR) die onder andere zwaardere eisen stelt aan omgang met privacygevoelige gegevens. En daarvoor zijn er al wetten in het leven geroepen als de cookiewet (onderdeel van de telecommunicatiewetgeving) en het meldpunt datalekken. De effectiviteit van al deze regelgeving is discutabel, maar het laat wel zien dat men probeert paal en perk te stellen tegen datagraaien. 

Tokentech

De oplossing zit in een transparanter systeem dat de macht over data terugbrengt bij de gebruiker. Consumenten moeten de mogelijkheid krijgen om slimmer hun data te verstrekken. Een mooi voorbeeld in dit verband is BIGtoken. Het bedrijf heeft een op blockchain gebaseerd netwerk gebouwd waar consumenten hun data kunnen beheren en verkopen, en zo om kunnen zetten in tokens.

Die tokens kan de consument gebruiken voor het inkopen van diensten of het omzetten naar klinkende munten. De kracht van het systeem zit ‘m er vooral in dat consumenten een directe waarde beleven bij hun digitale identiteit. En dus of hij ‘veel’ of ‘weinig’ weggeeft wanneer hij een bepaalde dienst inkoopt.   

Momenteel is het zo dat Facebook zelf advertentieruimte verkoopt aan bedrijven. Maar stel je nu eens voor dat consumenten hun Facebookprofiel laten omzetten in tokens. De consumenten kunnen de tokens uitgeven voor toegang tot diensten. Geven ze een en ander maximaal uit? Dan mogen de adverteerders ook maximaal van het profiel gebruikmaken. Doen ze dit niet? Dan zijn de mogelijkheden van adverteerders beperkt. 

Komende jaren worden de jaren van het monetariseren van data. Het wordt erg interessant te zien hoe, en of consumenten invloed gaan krijgen over de uitgave van hun data currency. 

Deel dit bericht

1 Reactie

bert

Facebook en Google zouden gebruikers moeten gaan betalen voor de content. Nu krijgen grote contentmakers op Youtube een beetje advertentiegeld, maar dit zou meer op relevante kwalitatieve content i.p.v. populaire content moeten zijn. Ook bij Facebook. Laat de lurkers maar dokken voor de creators.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond