On demand-dienst RoadGuard kans op nieuw verdienmodel verzekeraar

Centraal Beheer verwacht een belangrijke verandering in verzekeringsland: betalen naar gebruik. Met RoadGuard bereidt het zich hierop voor. De app voor on demand-pechhulp is inmiddels door ruim honderdtienduizend mensen gedownload. In oktober werd het nog beloond met twee bronzen Lovie Awards.

De wereld van pechhulp is wat je noemt traditioneel. Doorgaans verzekert iemand zich, betaalt daarvoor een maandelijkse premie en bij pech belt diegene de alarmcentrale voor een monteur. Bij Centraal Beheer is dat niet anders. Hoe, vroeg New Business Development Manager Jaap de Groot zich af, zou zo’n dienst eruitzien als die vandaag wordt uitgevonden?

Vraag-en-antwoordplatform

RoadGuard is het resultaat. Op het vraag-en-antwoordplatform vinden bestuurders en monteurs elkaar zodra dat nodig is. Beide partijen beschikken over een app met een mechanisme voor locatiebepaling en reviews. Staat iemand langs de weg dan kan diegene via de app opgeven wat precies het probleem is en direct hulp inschakelen. Tijdens het wachten wordt er, vergelijkbaar met Ubers taxi-app, getoond of de monteur al in de buurt is.

Omdat monteurs een vergunning nodig hebben om in regio’s te mogen werken, is het niet alleen een kwestie van vraag met aanbod matchen vertelt De Groot. “Naast doorgeven moet je bewaking inbouwen. En als de monteur niet snel genoeg reageert moet een centrale nabellen.”

Video: eerdere introductievideo RoadGuard

Zoeken naar nieuw bedrijfsmodel

Behalve dat de app inmiddels honderdtienduizend gebruikers heeft en de oplossing recent twee bronzen Lovie Awards won, is er iets anders opmerkelijks aan. Het bedrijfsmodel, slechts betalen naar gebruik, druist in tegen de standaard in verzekeringsland. Eigenlijk tegen het hele idee achter verzekeren. Wat beweegt een corporate als Centraal Beheer (onderdeel van Achmea) naar andere bedrijfsmodellen te kijken?

Al wat langer leeft intern het idee dat het bedrijf behalve verzekeringen ook diensten er omheen moet verkopen, vertelt De Groot. Het past wat hem betreft bij de maatschappelijke trend dat je niet moet verzekeren wat je zelf kunt betalen. Een dienst op afroep past dan beter. Daarnaast is er ook een commerciële component in dit verhaal. Het bedrijf kijkt of hiermee een nieuw en toekomstbestendig verdienmodel is gevonden. “Populair gezegd wil de millennial vooral lekker leven en nergens aan vast zitten. Terwijl de ontwikkeling is dat ze zich minder verzekeren, blijven dezelfde problemen zich voordoen. Dat vraagt dus om een nieuw soort oplossing.”

Zoals voor veel grote organisaties geldt, blijkt innoveren lastig. Door de grootsheid zijn er in een oogwenk tientallen mensen bij een idee betrokken wat opstarten en experimenteren alleen maar ingewikkeld maakt. Toch wist De Groot het product in negen maanden tijd een MVP klaar te hebben. Zijn geheim? Intern is een klein team gevormd van mensen waarvan werd gedachten dat die konden bijdragen. Samen met internetbureau Freshheads en de alarmcentrale EuroCross was daarmee voldoende expertise in huis om snel iets te ontwikkelen.

“Het ‘geheime’ ingrediënt is eigenlijk om aan de rand van de organisatie te werken en onder de radar te blijven. We hebben zo een klein speedbootje kunnen bouwen die zich naast en los van de tanker ontwikkelde”, vertelt De Groot. Slechts een heel beperkt aantal mensen was op de hoogte van het project. Pas een week voor de livegang is de hele organisatie op de hoogte gebracht. “Daardoor benut je misschien niet alle interne expertise en is de ervaring van buitenaf nodig, maar kan er in ieder geval vrij en met tempo worden geëxperimenteerd.”

‘Cultuurverandering is meerwaarde’

De vraag die daar logischerwijs op volgt is hoe de bestaande organisatie gaat profiteren. Een valide businessmodel of goeddraaiende start-up is één ding. De uitdaging is vaak juist om de opgedane kennis en ervaringen terug te laten vloeien in het bestaande bedrijf.

Hoewel De Groot nog niet exact weet welke vorm het krijgt, zal er een vervlechting plaatsvinden. “Met meer dan honderdtienduizend gebruikers bevinden we ons nu in de scale-up fase. Het neemt serieuze vormen aan, maar het platform is nog niet af. De expertise wil ik inderdaad actief overbrengen, maar de vraag is of je RoadGuard ooit helemaal onderdeel moet maken. De kunst is namelijk om met die speedboot zoveel afstand te bewaren dat je snel en wendbaar blijft, maar voldoende nadert om te inspireren.”

Want wat hem betreft draait het namelijk niet alleen om het creëren van ‘nieuwe business’. Een belangrijke potentiële meerwaarde van een start-up is de cultuurverandering. Zo kan hij duidelijk maken wat het effect is van andere werkwijzen. “In sprints van drie weken is heel veel mogelijk.”

Zoals hij aangeeft is RoadGuard nog niet af – als daar natuurlijk al ooit sprake van kan zijn. Om snel door te groeien is het met RoadGuard Zakelijk sinds kort ook actief op de zakelijke markt. Daar kwam geen traditioneel marktonderzoek aan te pas. “Als er vijftien bedrijven naar vragen, kun je gewoon aannemen dat het in een behoefte voorziet”, redeneert De Groot. “Bedrijven met een eigen wagenpark of private leasepartijen zien ook dat pechhulp gemakkelijker kan. Die hoeven nu niet meer een abonnement per auto af te sluiten, maar betalen naar gebruik.”

Europese ambities

De Groots hoop is dat RoadGuard op termijn wordt geïntegreerd met andere diensten. Als een onlineplatform betaamt komt het daarom binnenkort met een API. Mobiliteitsbedrijven zonder pechhulpdienst kunnen hun appgebruikers die service dan al dan niet whitelabel aanbieden. “Een nieuw kanaal voor nieuw volume.” Want anders dan bij de ANWB is het voordeel van een platform als RoadGuard natuurlijk dat het in de groei niet afhankelijk is van eigen monteurs. Door te groeien hoopt hij uiteindelijk de garantie te kunnen geven dat er in heel Nederland binnen dertig minuten een monteur ter plaatse kan zijn.

Daarbij wordt er ook over de eigen landsgrenzen gekeken. RoadGuard biedt Europadekking, maar dan op de traditionele manier via een alarmcentrale. “De ambitie is zeker om dit ook buiten eigen land de standaard te maken. Het is daarom heel verleidelijk om als start-up direct verder te kijken. We hebben daar ook al wat gesprekken over gevoerd. Maar ieder land werkt net weer iets anders en we hebben onze handen vol aan Nederland. Voor je het weet steek je er geld en tijd in voor je het spel hier goed snapt.”