-

Voor welke uitdagingen staat de elektrische mobiliteitsindustrie door de ‘Green Deal’?

Op 11 december 2019 onthulde Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, de “Green Deal”; een routekaart om van Europa in 2050 het eerste koolstofneutrale continent te maken. De huidige crisis die we doormaken benadrukt nogmaals het belang van respect voor het milieu en de duidelijk sterke link tussen het wegverkeer en de CO2-uitstoot.

In de Green Deal is onder meer bepaald dat de EU in 2025 over een vloot van 13 miljoen elektrische voertuigen (EV) moet beschikken, waarvoor een miljoen openbare laadpalen nodig zijn. Het omvat nieuw of bijgewerkt beleid, financiering en innovaties, evenals een plan ter ondersteuning van de volgende initiatieven:

  • Gebruik van schonere, goedkopere en gezondere middelen om particulier en openbaar vervoer koolstofvrij te maken 
  • Verbetering van de energie-efficiëntie van gebouwen
  • De landbouw transformeren om te profiteren van een milieuvriendelijk voedselsysteem
  • Bedrijven aanmoedigen om zich voor te bereiden op een circulaire economie
Het belang van de Green Deal voor het wegvervoer in Europa

Transport in Europa is de grootste bron van uitstoot van broeikasgassen en is verantwoordelijk voor meer dan een kwart van de totale CO2-uitstoot van de EU. Met name het wegvervoer draagt bij aan meer dan 70 procent van dit aandeel. Het is ook de enige sector in Europa waar de emissies het afgelopen decennium zijn gestegen. Om de Green Deal succesvol te laten zijn, moeten bedrijven overstappen van niet-bestaande of onsamenhangende elektrificatiestrategieën naar een beleid waarin elektrisch vervoer een opvallend onderdeel is van hun kernbedrijfsmodel – of het nu gaat om het bezit van elektrische wagenparken of oplaadpunten voor elektrische voertuigen.

EV is niet mogelijk zonder een solide laadinfrastructuur

Het doel van de Green Deal is om in 2025 één miljoen openbare oplaadpunten te bereiken. Om de ambities van de Green Deal bij te houden, hebben we dichter bij de 1,3 miljoen oplaadpunten nodig en vervolgens nog eens drie miljoen oplaadpunten om de 44 miljoen elektrische auto’s, die er in 2030 rond zullen rijden, te huisvesten. Kortom, het is van cruciaal belang dat 2020 het jaar is waarin het aanbod van laadpalen in de EU begint te stijgen die in lijn is met de aankomende golf van EV-eigendom.

Beleidsmakers zouden degenen met ideale locaties voor openbare laadpalen – zoals winkels, restaurants, benzinestations en vrijetijdsvoorzieningen – een duwtje in de juiste richting moeten geven om hun ruimtes te gebruiken. Echter vindt op dit moment meer dan 80 procent van het opladen thuis of op het werk plaats, waardoor het openbare aanbod slechts een fractie van het totale aantal benodigde laadpalen is. Er zijn meerdere manieren om het opladen thuis en op de werkplek te stimuleren:

  • Vergemakkelijk de installatie van laadpalen: Europese fondsen die zijn toegewezen in het kader van de “Green Deal” kunnen hulp bieden om een ​​deel van de kosten van infrastructuur, bekabeling en installatie voor flatgebouwen te dekken, vooral omdat meer dan 40% van de Europese burgers in gedeelde gebouwen woont en de meesten geen ruimte hebben om hun auto recht voor de deur te zetten. 
  • Open netwerken: de afstemming van open communicatieprotocollen en technische normen zullen de basis vormen voor een werkelijk transparante en toegankelijke Europese laadinfrastructuur. De EU moet van deze protocollen de standaard maken voor alle betrokkenen.
  • De locatie van oplaadpunten en de informatie over prijzen moeten transparant en begrijpelijk worden: de meeste oplaadbeurten gebeuren nog steeds thuis of op het werk en zijn daarom opgenomen in de elektriciteitsrekening, maar EV-rijders moeten er ook op kunnen vertrouwen dat openbare stations de prijs die ze in rekening brengen en de oplaadtijd duidelijk weergeven. Gelukkig zet de industrie zich sterk in om prijstransparantie in real-time te garanderen, zodat alle laadinfrastructuur bijdraagt ​​aan het optimaliseren van de rijervaring.
Het draait allemaal om de ervaring

Als we de expansie van elektrische mobiliteit willen versnellen dan zullen we de algemene ervaring moeten verbeteren met onder andere de daling van de totale kosten van elektrisch rijden. Maar, niet alleen kosten spelen een rol. Ook de infrastructuur die elektrische voertuigen nodig hebben, zal moeten verbeteren om zo de huidige remming op de ontwikkeling van deze EV-oplossingen te verminderen. 

De oplaadinfrastructuur heeft het potentieel om een ​​vlaggenschip van de Europese “Green Deal” te worden. Naast de maatregelen ten gunste van de energietransitie waarbij je subsidie kan aanvragen voor de aanschaf of private lease van een nieuwe en gebruikte elektrische auto, hebben consumenten zelf meer dan ooit de macht om bij te dragen aan de energietransitie om het milieu te beschermen, zowel door hun persoonlijke keuzes als door professionele. Op dezelfde manier, en om de industrie echt samen te laten werken, moeten al haar spelers al het mogelijke doen om de keuzes van de burgers te vergemakkelijken.

Over de auteur: Koen Noyens is director of EU policy bij EVBox.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond