-

Thijs Biersteker over veranderingen in de creatieve industrie

Thijs Biersteker maakt interactieve installaties en producten, met als doel de wereld beter te maken. Hoe dat te bereiken? “Door technologie en praktische oplossingen. Daarom besloot ik om dingen te gaan maken die mensen inspireren en ze verder laten denken.” We spreken Biersteker over zijn idealen, het gebruik van technologie in de creatieve sector en het belang van een goed businessplan. 

Welke veranderingen signaleer jij op dit moment in de creatieve industrie?

“Ik denk dat er een grote beweging is ontstaan van mensen die klaar zijn met de mooie praatjes van reclamebureaus en consultants. Mensen die niet langer willen wachten op die toekomstplaatjes en aan de slag gaan om veranderingen zelf van de grond te krijgen. Kijk bijvoorbeeld naar Elon Musk van Tesla of naar studenten die een Solar Road bouwen: ze zetten het zelf wel op! Kijk naar kunstenaars die prototypes gaan maken om te laten zien dat iets kan en naar de corporates die er vervolgens mee aan de haal gaan. Die hele mentaliteit hoort bij die beweging. Deze generatie denkt in oplossingen en daarom gaan ze bouwen aan mooie, gave en tastbare dingen?”

Waar mensen vroeger één vak of ambacht leerden, lijken we tegenwoordig steeds meer ‘alleskunners’ te hebben. Creatieven zijn niet langer gespecialiseerd in één ding maar jongleren misschien wel met drie verschillende talenten. Hoe kijk jij tegen deze verandering aan?

“Dat mensen gaan multitasken in de creatieve sector is denk ik zowel een mooie kans als een grote valkuil. Er is een technische revolutie gaande. Het mooie daaraan is dat creatieven die nu van de academie komen veel meer skills hebben dan waarmee ik zelf van de academie kwam. Er zijn nu ook veel meer tools voorhanden. Het nadeel daarvan is dat veel mensen daardoor denken dat ze alles zelf wel even in elkaar zetten, maar daardoor krijg je nooit de kans om te kijken hoe ver een idee écht kan komen. Je krijgt namelijk nooit de kwaliteit die het onderscheidend maakt als wanneer je samenwerkt met iemand die daarin gespecialiseerd is.”

Dat mensen gaan multitasken in de creatieve sector is denk ik zowel een mooie kans als een grote valkuil

“Je moet weten wanneer iets te ingewikkeld voor je wordt. Het is leuk om dingen zelf te doen en te proberen, maar je moet een idee of verhaal toetsen aan waar het heen kan gaan en nooit aan de technologische beperkingen die je zelf hebt. Je ziet dat vaak mooi in installatiekunst. Als een kunstenaar bijvoorbeeld een mooi verhaal heeft en zelf probeert te programmeren, of andersom. De uiteindelijke uitvoering raakt ondergesneeuwd door het gedeelte dat niet goed in elkaar zit.

“Daar zit misschien de nuance tussen alles moeten leren en moeten weten wanneer iemand anders het beter kan. Je moet weten waar jij goed in bent en dát uitbouwen, maar je tegelijkertijd wel horizontaal blijven verbreden. Je zou het een strategische T-constructie kunnen noemen: breed geïnformeerd over de linie en de mogelijkheden en skills van anderen, met een deep dive in die vaardigheid die jou het beste ligt en goed aansluit bij jouw passie.”

Waar ligt jouw ultieme skill en welke mensen verzamel jij om je heen om een project van de grond te krijgen?

“De manier om een goed verhaal te vertellen, het concept uitzetten en het van begin tot einde echt gedaan krijgen; daar ligt mijn kracht. Als ik enthousiast vertel over waar ik mee bezig ben, dan sluiten daar mensen zich bij aan die de dingen kunnen die ik niet kan. Zelf weet ik bijvoorbeeld echt wel wat van audio af. Ik kan horen of iets goed klinkt en logisch is, maar er zit hier iemand bij Amp.Amsterdam die er echt álles vanaf weet. Als ik dat allemaal zelf zou willen snappen word ik knettergek en dan ga ik mezelf beperken tot de middelen waarmee ik wel kan werken. Mijn werk wordt dan nooit zo goed als ik wil. Per project stel ik een team samen van mensen die enthousiast zijn en weten waar ze aan toe zijn.”

Ik wilde nooit de reclamewereld in, maar besefte dat ik daar wél kon leren wat ik nodig had

“Daarin is het belangrijk dat het duidelijk is welke rol iedereen heeft en wat in welke fase leidend is. Als ik bijvoorbeeld een fiets ga ontwerpen is het allereerst te hopen dat die stevig in elkaar zit. De techniek is dan in de ontwerpfase leidend, daarna komt het design en de eventuele software.”

Op dit moment zijn er veel creatieven die geen team maken maar gaan multitasken. Hoe denk en hoop je dat deze manier van werken zich gaat ontwikkelen?

“Ik hoop dat het groepen mensen worden. Dus geen persoon met drie middelmatige skills, maar drie mensen met elk één goed ontwikkelde vaardigheid. Dat iedereen weer wat meer op zijn eigen eilandje gaat zitten maar daarin wel verbinding zoekt met anderen en elkaar leert begrijpen. Met een eilandje bedoel ik dus niet dat je homogene groepen gaat maken zoals we heel lang geleden gilden hadden, maar juist het tegenovergestelde: dat iedereen zijn eigen skills ontwikkelt en veel gaat samenwerken met anderen om verandering te bewerkstelligen.

“Zelf ben ik bijvoorbeeld heel bewust gaan werken op plekken waar ik de vaardigheden kon ontwikkelen die ik nodig had om mijn ideeën van de grond te krijgen. Ik wilde nooit de reclamewereld in, maar besefte dat ik daar wél kon leren wat ik nodig had. Mijn vak is namelijk om ideeën te bedenken. Als je dan ergens gaat werken waar je dagelijks twintig of dertig ideeën moet verzinnen, dan word je daar vanzelf heel goed in. Je ontwikkelt je eigen kracht en leert hoe je samenwerkt met anderen om een idee tot stand te laten komen. Je kunt dan later wel leren wat je zelf allemaal in huis hebt. Zelf ben ik ook nu pas een beetje aan het aanboren wat ik interessant vind.”

Het lijkt ook wel alsof er niet alleen veel multitaskers zijn, maar ook veel mensen met veel ideeën. Hoe bepaal jij of een idee goed genoeg is om aan te pakken?

“Een idee zelf is niets waard. Iedereen heeft ideeën. Het verschil zit ‘m in het doorzettingsvermogen om het ook daadwerkelijk uit te voeren. Ik denk dat veel mensen als ze eerlijk zijn al wel weten als ze aan iets beginnen of ze het ook af gaan maken. Je voelt het als een idee de potentie heeft om iets groots te bewerkstelligen. Je weet het als maker wanneer iets gewoon een testje is dat even je hoofd uit moet en wanneer iets echt gemaakt gaat worden omdat het je anders slapeloze nachten gaat bezorgen en gaat frustreren.”

Veel creatieven komen eindelijk in een positie waarin ze geld kunnen verdienen en beseffen dat ze hun tijd verdoen voor geld

“Voor mij zijn dat bijvoorbeeld nu de projecten over plastic. Een mooi materiaal dat op dit moment in onze oceaan en voedselketen terechtkomt. Ik reis en surf veel en kom het overal tegen. Dat is een probleem dat structureel aan me knaagt. Daarom heb ik Plastic Reflectic gemaakt en daarom ben ik ook als partner ingestapt bij Better Future Factory om plastic om te vormen tot nieuwe dingen.”

Je omschrijft jezelf als een hippie met een bedrijfsplan. Dat klinkt alsof je een soort hybride bent tussen twee werelden: aan de ene kant een hele romantische en idealistische en aan de andere kant een zakelijke en commerciële. Hoe verhoud je je tussen die twee werelden?

“Ik geloof in een goede, mooie en betere toekomst door technologie en praktische oplossingen. Als designer zag ik dat er heel veel praktische oplossingen missen, daarom besloot ik om dingen te gaan maken die mensen inspireren en ze verder laten denken. Ik denk dat als je écht veranderingen wilt maken er al snel een businessplan om de hoek komt kijken.

“Je kunt namelijk wel allemaal mooie dingen bedenken, maar als je dat niet toegankelijk kunt maken voor anderen of uit kunt rollen over de wereld dan maak je nooit de impact die je wil maken. Je moet laten zien hoe je iets bouwt en dat niet alleen voor jezelf houden. Anders ben je weer zo’n mafketel die de hele wereld kan voeden, maar zijn oplossing als winstbejag voor zichzelf houdt.

“Ik denk ook dat dat deze generatie kenmerkt: geld verdienen is niet meer het enige doel en dat is ook precies het moeilijkste er van. Veel creatieven komen eindelijk in een positie waarin ze geld kunnen verdienen en beseffen dat ze hun tijd verdoen voor geld. Ze beginnen na te denken over wat ze echt willen en gaan hun skillsets inzetten om de wereld een stukje beter te maken. Zelf doe ik bijvoorbeeld geen commerciële projecten die niet idealistisch zijn.”

Je noemde aan het begin van ons gesprek dat er een technische revolutie gaande is, daarnaast benoem je steeds het idealisme. Hoe denk je dat deze tendens de banen in de creatieve industrie gaat veranderen?

“Ik denk dat creatieven die grote hoeveelheid aan technische mogelijkheden gaan benutten om te laten zien hoe de wereld er volgens hen beter uitziet. Bijvoorbeeld door met Augumented Reality en Virtual Reality te laten zien welke impact onze acties op de wereld om ons heen hebben. Om al die idealistische plannen en projecten van de grond te krijgen verwacht ik dat creatieven veel meer zullen gaan samenwerken met anderen die de vaardigheden hebben die bij henzelf ontbreken en zichzelf vastbijten in hun eigen drive en specialisme.

Ik denk dat creatieven die grote hoeveelheid aan technische mogelijkheden gaan benutten om te laten zien hoe de wereld er volgens hen beter uitziet

“De impact die deze manier van werken heeft zie je nu al in de banenbranche. Waar klanten vroeger eerder naar een reclamebureau afstapten, gaan ze nu direct naar de mensen toe die dingen maken. Ze zoeken ontwerpers die werken vanuit passie in plaats van een algemeen bedrijf. Stel dat iemand nu bijvoorbeeld een sustainable flesje wil laten ontwerpen, dan gaat die niet naar een reclamebureau maar naar een ontwerper die een passie heeft voor sustainability en daar verstand van heeft.”

Wat zou je aan jonge creatieven adviseren die graag hun idealistische projecten willen uitwerken en tegelijkertijd ook een dak boven hun hoofd moeten betalen? Je zegt namelijk dat het aan de ene kant goed is om hun skills te ontwikkelen bij een werkgever en aan de andere kant dat klanten eerder naar zelfstandigen afstappen.

“Het ligt eraan wat jouw vakgebied is. Als jouw vakgebied verhalen vertellen is, dan kan je goed verhalen leren vertellen bij een reclamebureau. Iedereen heeft een eigen missie en die kan commercieel zijn of niet. Als jij heel gelukkig wordt van suikerwater verkopen dan moet je dat vooral doen. Ik denk alleen wel dat voor onze generatie purpose heel belangrijk en leidend is. Als je dat als leidraad neemt moet je gaan kijken waar je de impact die je wilt maken het beste kunt bewerkstelligen. Dat kan bij een commercieel bedrijf zijn maar ook bij verschillende start-ups of als zelfstandige.

“Probeer uit te stippelen hoe je je de komende jaren gaat ontwikkelen waar jij goed in bent en probeer dat pad te blijven volgen. Die lijn moet je denk ik uitzetten vanuit jouw passie en volgen zonder veel compromissen te sluiten. En áls je compromissen sluit: zorg dan dat die bijdragen aan het grotere doel. Dat grotere doel is volgens mij nooit geld.”

Thijs Biersteker deelt op 6 oktober tijdens Emerce Dare de lessen die hij geleerd heeft tijdens het maken van zijn interactieve kunst installaties over de moeilijke onderwerpen van deze tijd; plastic vervuiling, data en die Trump. Hij vertelt over hoe interactieve installaties met provocerende UX en technologie als magie, deze wereld een beetje mooier kunnen maken. Verwacht een race door ideeën, ideologieën, innovatie, prototypes, en psychedelische wolken.

*) Dit artikel is tevens gepubliceerd op de website van FONTANEL.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond