-

Ytsen van der Meer (GEC Capital): ‘In Nederland kans om al vroeg in pareltjes te investeren’

Als investment manager heeft Ytsen van der Meer een hoop ervaring opgedaan in de dynamiek van vroeg investeren in startups. Sinds afgelopen najaar helpt hij als venture partner ook Golden Egg Check mee met het venture capital fonds.

Op basis van financieringsdata is het duidelijk dat regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROMs) een belangrijke rol spelen in de vroege fase van het Nederlandse startup-ecosysteem. Van der Meer zit nu ongeveer zes jaar bij de NOM, de ontwikkelingsmaatschappij van Noord-Nederland. We gingen in gesprek over zijn inzichten en ervaringen.

Rol van regionale ontwikkelingsmaatschappijen

Ytsen van der Meer

Hoe ziet Van der Meer de rol en van de NOM en andere ROMs? “Ik zie een trend dat enerzijds ROMs zich meer richten op startups in plaats van het MKB, en anderzijds dat er binnen ROMs steeds meer sectorteams komen om meer expertise op te bouwen in verschillende thema’s, zoals life sciences, deeptech en cleantech. De rol van ROMs wordt daarmee steeds duidelijker: ze zijn verreweg de meest actieve investeerder in de pre-seed– en seed-fase in Nederland, soms samen met angel– of venturecapitalfondsen.”

Dat verandert ook de rol van die fondsen, zegt hij: “ROMs zouden vooral moeten kijken naar: ‘hoe kunnen we ervoor zorgen dat startups in een specifieke fase terecht komen en dat vervolgens VCs het stokje van ons overpakken zodat wij kunnen verschuiven naar de achterbank of bijrijdersstoel?’. In mijn optiek vervullen ROMs hun rol echt in het allervroegste domein en laten ze daarna de VCs die scale-up fase in gaan.”

Ook speelt mee dat regionale ontwikkelingsmaatschappijen, die publiek geld investeren, niet ‘marktverstorend’ kunnen werken. De afgelopen jaren zagen we bij Golden Egg Check in onze data dat ROMs relatief actiever werden in de vroege fase en dat private venturecapitalfondsen zich juist naar een wat latere fase bewogen. Wat is oorzaak en wat is gevolg? Van der Meer: “Seed-fondsen die succesvol zijn geweest in Nederland zijn zich meer gaan focussen op een latere fase. De omvang van hun fonds nam toe van bijvoorbeeld veertig miljoen euro tot honderdvijftig miljoen euro. Dan kun je niet alleen seed-deals meer doen.”

Het effect daarvan is duidelijk, zegt hij, want “daardoor ondervinden ondernemers die vroeger nog terecht konden bij fondsen voor hun eerste ronde dat dat nu niet meer het geval is. Wie vangt dat op? Vooral de bedrijven die relatief veel kapitaal nodig hebben in vroege fase hebben ‘leverage’ nodig om die totale ronde te kunnen vullen. Ik denk dat daar mooie positie zit voor de ontwikkelingsmaatschappijen.”

Slim investeren in de vroege fase

Sinds september vorig jaar helpt Van der Meer Golden Egg Check als venture partner mee met ons venturecapitalfonds, GEC Capital I. Van der Meer en ik kwamen erachter dat onze ideeën over de ideale investeringsstrategie in de vroege fase veel overlap hadden: Van der Meer zegt daarover: “Mijn idee was om samen met de VCs die ik de afgelopen jaren goed heb leren kennen mee te investeren. Je vertelde me toen over het plan van GEC Capital, om 30 tot 35 deals te doen in een korte periode van drie jaar door middel van een co-investeringsstrategie, en de bedrijven actief te ondersteunen met fundraisen en daarnaast een actieve community op te bouwen waarin de ondernemers én investeerders in ons fonds veel onderlinge interactie hebben en dus veel van elkaar, peer-to-peer, kunnen leren.”

Inmiddels heeft GEC Capital in twee jaar tijd een portfolio van zestien startups opgebouwd, en is het fonds dus halverwege de gewenste portfolio-omvang. Hoe ziet Van der Meer de dynamiek van investeren in de vroege fase in Nederland? “Ik denk dat er een grote kans is in het Nederlandse pre-seed– en seed-landschap. We zien internationaal – in de Verenigde Staten, maar ook in Europa – dat er fondsen zijn die zijn toegespitst op deze vroege fase. Zij hebben ook vaak een ‘diversification approach’, wat inhoudt dat ze meer inzetten op het volume van deals in het fonds dan dat ze van een paar bedrijven absoluut overtuigd zijn dat dat de winnaars gaan zijn. Dat is in die vroege fase namelijk lastig te voorspellen.”

Maar dat hoeft niet per se, vervolgt hij: “Ook voor die ‘conviction-based approach’ valt iets te zeggen. Het mooie van ons model is dat we het combineren: we spreiden onze kansen terwijl we mee-investeren met VCs die juist erg ‘conviction-based’ zijn en hun portfoliobedrijven intensief begeleiden. De kans die volgens mij nog steeds in het Nederlandse ecosysteem ligt, is om heel vroeg die pareltjes te identificeren en daar alvast in te investeren. Echte pre-seed– of seed-fondsen zie ik maar heel beperkt, terwijl er wel voldoende dealflow is.”

Nederlandse ‘unicorns’ zonder Nederlandse investeerders

Er ligt dus nog een kans om te investeren in de vroege fase. Maar Van der Meer is ook kritisch op Nederlandse VCs die juist in de latere fase actief zijn. In het eerste kwartaal van 2024 heeft bijvoorbeeld het Amsterdamse bedrijf DataSnipper een ronde opgehaald van honderd miljoen dollar en behaalde hiermee de unicorn-status. Van der Meer: “Ik ging meteen naar Crunchbase om te kijken of er naast Index Ventures ook een Nederlandse VC is ingestapt. En wat blijkt? Dit is wéér niet het geval, opnieuw een Nederlandse unicorn zonder Nederlandse VC…”

Hoe kan dat? “Als je heel hard groeit en internationale VCs kloppen op je deur dan wordt het heel lastig die te weerstaan. Ik verwacht dat toegevoegde waarde, vooral ‘signaling value’, van Index enorm is. Als je dat afzet tegen een top-tier Nederlands fonds dan is die waarde aanzienlijk lager, en het internationale netwerk ook minder. Dat maakt dat bedrijven die een paar jaar achter elkaar drie, vier of vijf keer per jaar groeien toch kiezen voor fondsen met internationale bekendheid.”

Is dat niet een probleem? Nederlandse fondsen worden steeds groter en toch lukt het ze niet om mee te kunnen doen. Ik bedoel niets eens dat ze niet leiden maar überhaupt niet mee doen. Grote fondsen hebben ook grote verwachtingen. Als je een groot fonds hebt dan moet je aantal van die unicorns in je portfolio hebben zitten, die die status ook nog kunnen verzilveren trouwens. Ik vraag Van der Meer of hij zich ook zorgen maakt.

Hij is wat genuanceerder: “Een aantal Nederlandse fondsen is heel succesvol geweest met seed-deals, als er al iets van tractie was maar nog niet heel veel. Als ze vervolgens een fonds opzetten van meer dan honderd miljoen euro is het niet meer te doen om tickets van één miljoen euro te investeren. Dan moet je er namelijk vijftig doen, en heb je nog wat achter de hand voor vervolgrondes. Je fondsstrategie wijzigt enorm. En als je grotere tickets gaat doen dan is de Nederlandse markt ineens vrij snel te klein en moet je dus over de landsgrenzen kijken, waar je misschien niet toegang hebt tot eigen dealflow maar meer mee moet investeren. En daarvoor moet je een paar jaar actief zijn om toegang te krijgen tot die deals, en laten zien dat je ook in deze fase toegevoegde waarde kunt bieden. Het is nu nog te vroeg om te zeggen of ze net zo succesvol gaan worden in de latere fase. Ik zie zelfs dat een aantal fondsen juist weer terugkeren naar het domein waar ze het sterkst in zijn om die deals weer kunnen winnen.”

Luister naar Ytsen van der Meer in de At The Money-podcast (47 minuten) met Thomas Mensink (Golden Egg Check). In deze aflevering bespreken ze de rol van regionale ontwikkelingsmaatschappijen, de dynamiek van vroeg investeren en de uitdagingen van veel Nederlandse VCs. Te beluisteren via elke podcast-app (zoals Spotify of Apple Podcasts) of hieronder:

At The Money podcast · #67 Ytsen van der Meer (NOM): ‘Er ligt een kans in NL om al vroeg in de pareltjes te investeren’

De podcast-aflevering is grofweg als volgt opgebouwd:

  • Kennismaking met Ytsen van der Meer [1:10]
  • De rol van regionale ontwikkelingsmaatschappijen [4:45]
  • Wat mag je van een investeerder verwachten? [12:00]
  • Met GEC Capital investeren in startups [14.30]
  • De marktkans voor het investeren in (pre-)seed [27:00]
  • Nederlandse unicorns zonder Nederlandse VCs [30:00]
  • Best practices van VCs in het vroege stadium [35:00]
  • Criteria om te investeren in (pre-)seed-fase [41:40]
  • Advies aan oprichters die gaan fundraisen [45:00]

In samenwerking met de At The Money-podcast van Golden Egg Check.

Over de auteur: Thomas Mensink is Startup-analyst bij Golden Egg Check.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond