Een holistische visie op onze grenzen
Elektronische toegangspoorten op luchthavens, een rij vrachtwagens in een veerhaven, een controlepost op de weg – het woord ‘grens’ roept meestal een beeld op van een specifieke plaats die fungeert als een afscheiding: een statische toegangspoort voor passagiers of vracht.
Maar naarmate de globalisering versnelt, worden onze grenzen moeilijker te beheren. Elk uur van elke dag verplaatst een groot aantal reizigers en een ongekende hoeveelheid vracht zich rond de wereld. Hoewel de globalisering veel voordelen biedt, zorgt het ook voor serieuze uitdagingen, waardoor er veel werk voor grensbeambten ontstaat.
Tegelijkertijd zorgen politieke, regelgevende en economische ontwikkelingen ervoor dat we ook steeds meer van onze grensbewaking verwachten. En dat is niet alleen een beveiligingsprobleem. Het aantal wereldwijde passagiersvluchten neemt toe en bedrijven sturen steeds vaker vracht en personeel rond de wereld. Van strengere immigratieregels tot groeiende wereldwijde criminele en terroristische dreigingen, en zelfs de handel in een post-Brexit-wereld: we hebben niet alleen nieuwe manieren nodig om de risico’s aan onze grenzen te beoordelen, we moeten volledig herformuleren hoe we over grenzen denken.
Het belang van pre-screening
Een manier om dit te bereiken is door ‘de grens te exporteren’ en de inzet van screeningcontroles vóór de grens te vergroten. Momenteel is het beoordelen van risico’s meestal gebaseerd op gegevens die zijn verzameld op het fysieke punt van binnenkomst – zoals de controle van een vrachtbrief of een biometrische controle van paspoortinformatie. Maar zoals sommige landen al bewijzen, hoeft de definitie van de grens niet fysiek te zijn en kunnen risicovolle passagiers of vracht worden tegengehouden voordat hun reis zelfs maar begint.
In de VS worden passagiers bijvoorbeeld vooraf gescreend: zelfs passagiers die in aanmerking komen voor visumvrij reizen worden beoordeeld volgens het ‘Electronic System for Travel Authorization’ (ESTA)-proces, dat biografische data verzamelt en bepaalt of een passagier in aanmerking komt voor binnenkomst.
De Amerikaanse Customs and Border Protection introduceerde in 2018 een Air Cargo Advance Screening (ACAS)-programma, voor geavanceerde luchtvrachtinformatie over zendingen die vanuit het buitenland in de Verenigde Staten aankomen. Deze ‘pre-load luchtvrachtinformatie’, of PLACI, wordt gebruikt als aanvulling op voorafgaande risicobeoordeling. Zo kunnen grensbeambten beter geïnformeerde beslissingen nemen, beschikken ze over een screeningmechanisme voordat de goederen worden geladen en kunnen ze het fysieke controleproces aan de daadwerkelijke grens versnellen.
Dit is een goed begin, hoewel het niet alleen op luchthavens moet gebeuren. We moeten ook manieren vinden om dit over land en zee te realiseren.
De verbanden tussen de risico’s
We moeten opnieuw bekijken hoe grensmedewerkers de relaties tussen verschillende risico’s begrijpen en interpreteren. Vroeger hadden grensbeambten zich misschien gericht op specifieke goederen of individuen. Nu moeten instanties hun personeel een omvattender inzicht bieden met samengevoegde informatie over passagiers, vracht, chauffeurs en routes. Alleen op die manier kunnen ze patronen herkennen, risico’s voorspellen en effectief targeten. Dit staat bekend als ‘cross-domein-targeting’ en het helpt grensbeambten om de relaties tussen talloze verschillende factoren te zien. Er ontstaat een vogelperspectief van het risico. Zo wordt intelligent handelen aan de grens mogelijk.
Het implementeren van cross-domein-targeting is deels een kwestie van het verbeteren van de samenwerking tussen instanties. Ondanks de effectiviteit van deze aanpak heeft slechts een klein aantal landen geïntegreerde agentschappen die zowel voor goederen als immigratie verantwoordelijk zijn. In de VS bijvoorbeeld, is Customs and Border Protection (CBP) sinds 2003 een officieel onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid. Op veel plaatsen is dit echter niet het geval, wat het uitwisselen van informatie moeilijker maakt dan het zou moeten zijn.
Tools voor intelligente inzichten
Het erkennen van deze vereisten is een eerste stap, maar het betekent niets tenzij grensbeambten de juiste middelen hebben om adequaat te reageren. Zelfs wanneer er een aanzienlijke hoeveelheid informatie aan de grens wordt verzameld, hebben grensbeambten niet noodzakelijkerwijs de mogelijkheid om deze informatie te koppelen aan bestaande gegevens, trends te herkennen en op de juiste manier te reageren. Dus hoewel de voordelen van een holistische visie op de grens duidelijk zijn, is het ook duidelijk dat deze aanpak technologische oplossingen vereist.
Voor de complexe dreigingen van tegenwoordig moeten we de punten tussen individuen en smokkelwaar met elkaar kunnen verbinden. Traditionele benaderingen waren hier niet toe in staat en hebben bijgedragen aan het probleem van ‘false positives’, waarbij te veel tijd wordt verspild aan het onderzoeken van items of mensen die ten onrechte als bedreigingen zijn geïdentificeerd.
Machine learning
Huidige technologieën en tools voor patroonherkenning kunnen ook worden omzeild door criminelen. Grensbeambten hebben geautomatiseerde en geavanceerde statistische modellen en machine learning nodig. Hiermee kan vooraf toestemming worden gegeven wanneer het risico laag is, met algoritmen die voortdurend bijgewerkt kunnen worden voor het markeren van reizen die een risico vormen. Bovendien kunnen ze plannen op maat leveren voor het omgaan met hogere risicodreigingen, terwijl deze zich voltrekken. Er is ook meer automatisering van handmatige controles nodig, zodat de fysieke handelingen van dounebeambten niet zo’n dringende vereiste zijn.
De 21e-eeuwse grenzen opnieuw bekeken
De realiteit is dat mondiaal grensbeheer alleen maar ingewikkelder wordt. Hoewel we de uitkomst van zaken als Brexit slecht kunnen voorspellen, is het niet moeilijk om je voor te stellen dat grensbeheer een ernstig obstakel voor de handel kan vormen. Aanhoudende wereldwijde immigratiekwesties zullen ook een nieuwe aanpak vereisen. Het automatiseren en herformuleren van de grens als een holistisch geheel met een reeks interventiepunten, kan helpen om deze toenemende last het hoofd te bieden. Dit kan echter alleen op grote schaal worden bereikt als grensagentschappen ernaar streven om samen te werken en te investeren in de juiste tools voor de klus.
Over de auteur: Ray Batt werkt als Director Border Security Programmes bij Unisys Global Public Sector.
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond