Op jacht naar de freelancer: ieder bedrijf een eigen online netwerk?

Bedrijven grijpen in toenemende mate naar externe – al dan niet tijdelijke – krachten. Omdat vaste specialisten soms moeilijk te vinden zijn, maar vaker nog omdat tijdelijk gelijkstaat aan flexibel en (kosten)efficiënt. Maar hoe trek je die tijdelijke krachten aan en manage je al die ‘losse’ contacten?

Volgens Deloitte blijft die ‘gig economie’ de komende jaren groeien: geen werknemers, maar liever mensen met meerdere klussen naast elkaar. Personeel ‘on demand’ dus. Als ware een muzikant die zijn geld verdient met diverse optredens – of gigs. Uit onderzoek van Deloitte blijkt dat iets meer dan de helft van bestuurders denkt de komende drie tot vijf jaar meer tijdelijke werknemers nodig te hebben. Zo’n zestien procent verwacht een afname.

Met die verandering neemt ook de vraag naar platformen waarmee deze krachten beter zijn te betrekken bij de organisatie. Het Nederlandse Jellow speelt hier bijvoorbeeld met het gelijknamige platform op in. De huidige situatie zou tot veel chaos leiden, vertelde oprichter Noel Wilson onlangs in een interview. Zonder centrale regie weet de ene manager niet met wie de andere eerder heeft samengewerkt. Ook voelt de tijdelijke kracht zich niet betrokken bij het bedrijf. Er ontstaat geen verbintenis. ‘Terwijl beiden daar wel behoefte aan hebben.’

De Amerikaanse tak van advieskantoor PwC lanceerde in beta een eigen platform – Talent Exchange. Op de marktplaats kunnen freelancers en andere tijdelijke krachten hun cv uploaden en direct solliciteren voor bestaande projecten. De opdrachtnemer kan ook direct zijn uurtarief opgeven. Zo hoopt PwC een eigen talentvijver te creëren waar het in kan vissen. De bedoeling is dat het platform bijdraagt aan de langetermijnrelatie. Want eenmaal geregistreerd en toegelaten kan een interne manager zelf zoeken naar personen met een bepaald profiel, kenmerken die eerder tot succes hebben geleid. Ook geeft de opdrachtgever na afloop een review zodat een manager drie verdiepingen hoger weet wat voor een vlees hij in de kuip heeft.

De tijdelijke kracht hoeft op zijn beurt minder te investeren in marketing, zo is de gedachte. Met het bijhouden van een eigen portfolio zorgt diegene bijna automatisch voor de nodige exposure.

Afbeelding: Talent Exchange PwC

Meer bedrijven komen op dit idee. Zo lanceerde The Washington Post vorig jaar zomer ‘Talent Network’. Redactiechefs moeten er makkelijker nieuwe schrijvers kunnen vinden. Zij zetten zelf nieuwe opdrachten uit of journalisten pitchen er hun idee. De bedenker van Talent Network zegt erg geinspireerd te zijn door een bedrijf als Uber. Op veel plekken verandert arbeid, door de komst van technologie, in de journalistiek blijft vrijwel alles bij het oude.

Contentmarketingbedrijf Contently streeft eveneens een gigantische pool van freelancers na. Het bedrijf werft ook actief in Europa en zegt nu een netwerk van 55 duizend journalisten, filmmakers en andere creatieven te hebben.

Onderzoekers verwachten dat nog veel meer bedrijven eigen platformen gaan oprichten. De logische vraag is natuurlijk waarom LinkedIn niet voldoet. Als bedrijf vind je er immers bijna iedere potentiële (tijdelijke) kracht. Dat is nu precies het probleem: iedereen schrijft zich er in. Of iemand beschikbaar is voor een tijdelijke opdracht, per wanneer en voor hoeveel wordt er niet duidelijk.