Minder ruimte voor p2p-leenplatformen dan aangenomen

Slecht nieuws voor de online leenindustrie: er is veel minder ruimte voor deze p2p-platformen dan tot nu vaak wordt aangenomen. Van een echte bedreiging voor de bankenwereld zal nooit sprake zijn, zegt de Britse tak van Deloitte.

Nog maar een paar maanden geleden kopten we hier nog over ‘het momentum van p2p-lenen’. In de online leenindustrie draait het vanaf nu vooral om massa. Een van die grote platformen, Funding Circle, verwacht dan ook binnen tien jaar honderd miljard dollar per jaar te verstrekken.

Alle ambitie ten spijt, Deloitte zegt dat er geen platformen zullen komen die een bedreiging zullen vormen voor banken. In een onlangs verschenen rapport over de Britse markt concludeert het bedrijf dat ‘er geen belangrijke spelers zullen zijn in termen van volume.’ De platformen zijn in 2025 goed voor één procent van alles wat er wordt uitgeleend. Innoveren de banken niet dan neemt dit toe tot zes procent. Ter vergelijking: volgens een raming van Deloitte vertegenwoordigen de p2p platformen nu 0,96 procent van het consumentenkrediet en 0,51 procent van de zakelijke variant.

Toch wordt er een hoop verwacht van de online platformen. De gedachte is dat zij inspringen als banken de hand op de knip houden. Deloitte bevestigt inderdaad dat banken moeite hebben zich aan te passen en de p2p platformen hiervan profiteren. Maar het competitieve voordeel dat de platformen met onder meer hun snelheid van handelen verkrijgen, is maar beperkt. Men profiteert vooral van een tijdelijke toevalstreffer. De platformen zullen vooral bestaansrecht opbouwen als zij zich richten op nichemarkten waar hun specifieke kennis een competitief voordeel is. Ligt de focus op de massa dan is er een sterke afhankelijkheid van banken en rentetarieven.

Wat zegt het rapport zoal over de competitieve voordelen die de platformen nu lijken te hebben?

Kosten: de p2p platformen genieten nu van de beperkte hoeveelheid operationele kosten en kosten voor aquisitie. Aandacht krijgen de platformen voldoende, met name door de huidige rentestand. Maar, zo voorspelt Deloitte, dit voordeel valt weg zodra de rente weer normaliseert. Vanaf dat moment zal er met een hoop reclame gestreden worden om gebruikers, vergelijkbaar met de moeite die prijsvergelijkingssites moeten doen voor aandacht.

Risico: de platformen denken risico’s beter te kunnen inschatten door gebruik te maken van slimme algoritmes en aanvullende (big) data. Dat is inderdaad een voordeel, maar banken kunnen op den duur vrij gemakkelijk vergelijkbare methodieken overnemen. Nog een zorg: hoewel de risico’s op wanbetaling zijn te overzien, is het maar de vraag hoe zich dat ontwikkelt in economisch slechtere tijden.

Snelheid: vooral de snelheid van de platformen is een groot competitief voordeel. Binnen 48 uur uitsluitsel over een kredietaanvraag is geen zeldzaamheid. De verwachting is dat binnen een aantal jaren de aanvrager real-time uitsluitsel krijgt. Heel goed, maar banken zullen die werkwijzen overnemen, denkt Deloitte. Bovendien zou er maar een heel kleine groep bereid zijn te betalen voor dat tempo.

Natuurlijk hebben de platformen een bestaansrecht. Maar wel binnen een eigen niche, zo is de verwachting. De overweldigende groei die soms wordt voorspeld, hoeven we volgens de onderzoekers niet te verwachten. De groei zal vooral afhankelijk zijn van factoren buiten de platformen: namelijk of banken besluiten de competitie aan te gaan en hoe de rente zich ontwikkelt.