Google’s SEO richtlijnen voor online testen
Na het integreren van A/B-testing in Google Analytics heeft Google nu ook officieel een aantal richtlijnen gepubliceerd voor waar je op moet letten met betrekking tot SEO, zodat testing niet leidt tot ongewilde resultaten of penalties in de zoekmachine. Een overzicht van deze richtlijnen en de mogelijke implicaties.
De richtlijnen zijn dusdanig breed opgezet dat het Google niet uitmaakt of je haar Content Experiments gebruikt, een andere tool of simpelweg je eigen scripting hebt om experimenten uit te voeren teneinde de conversie te optimaliseren. Daarnaast wil Google graag duidelijk maken dat het testing graag juist stimuleert en belangrijk vindt.
Richtlijnen
Google geeft vier richtlijnen af die op zichzelf niet heel spannend zijn, maar wel belangrijk om te weten. Al is het alleen om bij een interne discussie twijfels omtrent het effect op SEO direct te kunnen wegnemen. Een overzicht van de richtlijnen:
1. No Cloaking
Cloaking staat voor het tonen van andere content aan Googlebot dan de bezoeker. Dat mocht al niet maar dus ook niet bij een A/B-test. Het wordt afgeraden om op basis van de useragent bijvoorbeeld altijd een variant te tonen. In sommige testing tools kan je de useragent in de targeting opties wel wijzigen, dit wordt dus afgeraden als het gaat om dit te doen op basis van de Googlebot.
2. Maak gebruik van rel=”canonical”
Om aan te geven dat bij een test met een groep van url’s de origineel de geprefereerde versie is, kan er gebruikgemaakt worden van de zogeheten canonical tag. Google geeft daarnaast dit de voorkeur boven een no-index, omdat dat onverwachte uitwerkingen zou kunnen hebben, bijvoorbeeld dat één van de variant pagina’s als de canonical wordt gezien en het origineel hierdoor uit de index valt.
3. Gebruik liever 302 redirects dan 301 redirects
Wanneer de bezoeker in een test komst en deze een redirect krijgt naar een variantpagina, wordt er geadviseerd 302 redirect te gebruiken. Deze geeft namelijk aan dat het om een tijdelijke redirect gaat. Overigens zijn javascript-redirects (zoals de meeste testingtools gebruiken) ook prima.
4. Voer een experiment uit zo lang als nodig is
Misschien wel de belangrijkste richtlijn, maar direct ook de minst duidelijke. Google stelt dat een experiment niet onnodig lang live mag staan. Een goede testing tool vertelt je wanneer je een significante winnaar hebt. De pagina moet dan zo snel mogelijk geupdate worden en variant pagina’s en bijbehorende scripten moeten offline worden gebracht. Mocht Google ontdekken dat een test of een specifieke variant onder een groot percentage bezoekers langer draait dan nodig, wordt dat gezien als een poging om de zoekmachines te misleiden.
Waar moet je op letten?
Een experiment is een tijdelijke situatie en behandel het dus ook op die manier, richting Google maar ook als het gaat om het interne proces: Zorg ervoor dat je proces dusdanig is ingericht dat je een winnende variant live kan brengen binnen afzienbare tijd. De vraag is natuurlijk hoe lang is te lang voor Google? Een mooi streven is om binnen een maand na een significant resultaat de winnaar live te hebben staan. Overigens dwingt Google dit zelf af binnen content experiments door een test na drie maanden automatisch te stoppen.
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond