‘Rotterdamse bedrijvenaanjager moet internationaal referentiepunt worden’

Het Amerikaanse Cambridge Innovation Center (CIC) opent een eerste buitenlandse vestiging in Rotterdam. In het Groot Handelsgebouw aan het Weena wil CIC 13.000 vierkante meter – tien procent van het totale vloeroppervlakte in het monumentale gebouw naast het Centraal Station – geschikt maken voor startende ondernemers. Een gesprek met initiatiefnemer Marcus Fernhout. 

Je bent al sinds februari 2014 betrokken bij de voorbereidingen. Wat is er in de tussentijd gebeurd?
“We zijn begonnen met een haalbaarheidsstudie om in te kunnen schatten hoe de Nederlandse markt voor startups in elkaar zit, wat de potentie is en welke meerwaarde we kunnen bieden. We kijken weliswaar naar Nederlandse bedrijven, maar CIC ziet Rotterdam ook echt als een springplank naar Europa. Er spelen allerlei ontwikkelingen. De kapitaalbehoefte van volwassen Amerikaanse startups is erg hoog geworden, terwijl die van Europese starters nog op een aanvaardbaar niveau ligt. Tegelijkertijd is het erg moeilijk om in Europa te beginnen, met zoveel verschillende landen en culturen. De keuze is op Nederland gevallen omdat we internationaal georiënteerd zijn. CIC heeft niet eens zoveel vestigingen, een stuk of vijf in Cambridge, eentje in St. Louis en er komt er nog een bij in Miami.”

Hoe ben je met ze in contact gekomen?
“Met de eigenlijke overeenkomst tussen Rotterdam en CIC heb ik eerlijk gezegd geen bemoeienis gehad, maar ik heb een eigen initiatief gehad Codum, die kantoorpanden transformeert tot werkgemeenschappen. Ik ben ooit begonnen met een bedrijfspand in Rotterdam en ben geëindigd met negen gebouwen en 600 startups. Dat waren tijdelijke kantoren, maar ik zocht iets permanents. Toen ik las dat Rotterdam en CIC een intentieverklaring hadden getekend, heb ik nog dezelfde dag de CEO in zijn hotel opgezocht. Het heeft nog wel even geduurd voordat alles en kannen en kruiken was, maar in februari 2014 ben ik managing director. Een aantal startups aan wie wij kantoorruimten verhuurden gaat mee, maar CIC richt zich eerlijk gezegd meer op volwassen startups. Dat ontbreekt nog in de Nederlandse markt. Ook richten we ons heel breed op alle sectoren, niet alleen tech of IT.”

Hoe werkt dat dan?
“CIC is geen incubator. We verschaffen faciliteiten waarvoor gewoon betaald moet worden, maar we begeleiden ze wel met contacten en financiering. Dat doen we via de Stichting Venture Café. Bedrijven betalen per maand en kunnen op elk moment vertrekken. Je moet CIC Nederland zien als een brandpunt, je kunt als buitenlandse investeerder niet even in de auto stappen en al die Nederlandse incubators en andere initiatieven bezoeken. Maar bij ons heb je straks een stuk of 550 bedrijven die internationale ambities hebben.”

Heeft Neelie Kroes als geboren Rotterdamse nog bemoeienis met CIC gehad?
“Ja, we hebben veelvuldig contact met team van Startup Delta, Neelie heeft ook een bezoek gebracht aan Boston, en ze stellen hun marketingapparaat ter beschikking. We willen echt Nederlandse innovatie vermarkten, en daarvoor is kritische massa nodig.”