-

WEpods: van A naar B met zelfrijdend vervoer

Met je telefoon een zelfrijdend busje voor je huis laten opdraven. Het is niet langer sciencefiction: op de campus van Wageningen University en bij station Ede-Wageningen rijden al WEpods rond. ‘Een unieke pilot in de provincie Gelderland’ kopt de website over het eerste autonome voertuig op de Nederlandse weg.

Projectleider Marieke Kassenberg: “93 procent van de verkeersongelukken wordt veroorzaakt door de bestuurder, terwijl een computer veel beter kan opletten en reageren dan mensen. We verwachten dat de verkeersveiligheid drastisch zal toenemen.”

Welke kansen biedt zelfrijdend vervoer nog meer?

“Het kan een alternatief zijn voor andere maatschappelijke mobiliteitssystemen, zoals vervoer van mensen met een beperkte mobiliteit of vuilnisophaaldiensten. Circa 70 procent van de kosten van personenvervoer bestaat uit personeelskosten. Ook kunnen we drukte op de weg voorkomen door bijvoorbeeld robotvuilniswagens in de avonduren op pad te sturen.”

Waar en wanneer kun je een WEpod laten voorrijden?

“We willen naar een situatie toe waarin je de WEpod kunt laten voorrijden wanneer jij dit wilt. Dat is mogelijk, omdat je niet afhankelijk bent van dienstregelingen en personeel. Momenteel zitten we in de ontwikkelperiode en rijden we alleen overdag na de spits. We rijden nog niet in het donker en met slecht weer. Dit willen we nog verder ontwikkelen.”

Waar komt de naam WEpods vandaan?

“‘WEpods gebruiken we als soortnaam. Door WE in plaats van I te gebruiken, geven we aan dat het deelvoertuigen zijn. De benaming WEpods is inmiddels al aardig ingeburgerd bij de provincie. We hebben twee WEpods: WURby en WElly. Die komen voort uit een prijsvraag die we hielden bij de kick-off van de eerste testfase op de openbare weg. WURby slaat op Wageningen Universiteit en Researchcenter, de campus waar we voor het eerst zijn gaan rijden en op de associatie met Herbie, de zelfrijdende kever. De WElly komt de Food Valley plus de W van Wageningen.”

Hoe garandeer je de veiligheid tijdens het rijden?

“100 procent garanderen dat er niets gebeurt, dat kunnen we niet. Ook de WEpods hebben een remweg, als je er vlak voor gaat staan dan botst-ie toch tegen je op. Wel zijn de WEpods uitgebreid uitgerust met sensoren, camera’s, radar en lasers die allemaal op hun eigen manier om zich heen kijken. Zo kunnen ze voorspellen wat passanten en andere weggebruikers doen. Ook hebben we de WEpods met ultrasone apparatuur uitgerust, om hele korte afstanden in te kunnen schatten, bijvoorbeeld parkeren in een garage. Een WEpod heeft amper reactietijd en de maximumsnelheid is 25 km/u.”

En als er toch iets gebeurt?

“In verband met de aansprakelijkheid registreren we alles wat een WEpod doet en overkomt. De gegevens worden opgeslagen in een zwarte doos, zodat je precies terug kunt zien hoe bijvoorbeeld een ongeluk heeft plaatsgevonden. We zijn momenteel met verzekeringmaatschappijen en ministeries in gesprek zodat het bij alle pilots die we draaien in Nederland verplicht wordt om de data op te slaan.”

Hoe is dit idee ontstaan?

“Het begon tweeëneenhalf jaar geleden toen een aantal provinciebestuurders afreisde naar de plek waar veel innovatie begint: Silicon Valley. De Gelderse tegenhanger is de Food Valley, en daar wilden we een Google-auto laten rijden als uithangbord van de innovaties die hier plaatsvinden. Google had geen plannen om naar Europa te gaan, maar de Dutch Automative Vehicle Initiative (DAVI) had wel interesse. Zij zijn al sinds de eerste gesprekken bij WEpods betrokken.”

Wie heeft toen de WEpods ontworpen?

“We gaven de opdracht aan de TU Delft , die twee voertuigen van Easymile aanschafte. Die voertuigen zijn ontworpen voor een Europees project, waarmee ze in tien steden de voertuigen lieten rijden over een afgesloten terrein. Omdat wij ze per se wilden laten rijden op de openbare weg, is de TU Delft samen met TNO de voertuigen gaan aanpassen met extra computers en sensoren.”

Rijden jullie al met passagiers?

“Ja. We rijden elke dag zowel op de campus van Wageningen University als op een vast traject tussen de campus en station Ede-Wageningen. Daar rijden we, met ontheffing van het RDW, één dag per maand meerdere keren per dag met passagiers. Ik denk dat er nu zo’n paar honderd mensen gebruik hebben gemaakt van de WEpods, maar dit willen we wel gaan opvoeren. Passagiers hoeven niet te betalen, het is een experiment. Dan levert dat veel te veel gedoe op. We willen tenslotte weten wat mensen ervan vinden, hoe ze zich voelen en hoe ze het beleven. Voor de toekomst hebben we een reserveringsapp ontworpen, zodat je via de app de WEpod kunt bestellen.” 

De provincie heeft vier miljoen euro geïnvesteerd in de WEpods. Wanneer heb je dat eruit?

“Als provincie hoeven we geen winst te maken. Als overheid zien we vooral kansen op het gebied van ov op het platteland, het oplossen van parkeerproblemen in de stad en het vergroten van de wegcapaciteit. We hoeven het in principe als overheid niet op de korte termijn terug te verdienen. Maatschappelijke baten zijn als overheid belangrijker.”

Maar de vervoerders willen wel verdienen.

“Uiteraard. Dit najaar beginnen we met de voorbereidingen voor onze volgende OV-aanbesteding, die van 2020. De WEpods willen we hier graag in opnemen, zodat we wellicht op bepaalde trajecten al zelfrijdend vervoer kunnen aanbieden. Dat kan op termijn interessant zijn voor vervoerders, want hun kosten bestaan zoals gezegd voor 70 procent uit personeelskosten. En daarmee wordt een aanbesteding voor de overheid goedkoper, want de subsidie kan omlaag.”

Waarom besteed je als provincie zo’n project niet uit?

“Het belangrijkste doel is kennisontwikkeling over zelfrijdend vervoer. Zelfrijdend vervoer is een technische ontwikkeling die zich in de openbare ruimte afspeelt. Overheden moeten bij de ontwikkeling betrokken zijn zodat,de maatschappelijke baten en de veiligheid zo hoog mogelijk zijn. We willen niet achteraf tot de ontdekking komen dat de private sector de ontwikkeling bepaalt en daarmee groepen uitsluit of in gevaar brengt. Door in te zetten op een deelsysteem gaat de ontwikkeling voor zelfrijdend OV- en Wmo-vervoer ook door. Commerciële instellingen kijken vooral naar wat de grote massa wil en zij produceren voor die groep. Daarnaast willen ze het liefst dat mensen zo’n voertuig op de oprit hebben staan.”

WEpods zitten nu nog in de testfase. Waar let je dan op?

“Momenteel testen we op de openbare weg met ander verkeer. We onderzoeken of onze lokalisatie goed is, of we goed op de baan blijven en hoe de WEpods reageren op tegemoetkomend verkeer als fietsers en voetgangers. Deze fase loopt tot eind oktober, waarna we de TU Delft de doorontwikkelde voertuigen oplevert. Daarna willen we graag fase twee in, maar we hebben daar wel bedrijven voor nodig die partner willen worden. Technisch moet er doorontwikkeld worden zodat de WEpods flexibel en multi-inzetbaar worden. Maar ook op het terrein van aansprakelijkheid, ethiek en verkeersveiligheid zijn er nog veel onderzoeksvragen te beantwoorden.”

Welke ontwikkelingen zie je de WEpods doormaken de komende tijd?

“Met het aflopen van de eerste fase zijn we door het budget heen. We gaan nu onder andere met de universiteit, ROC A12 – dat een garage van de toekomst bouwt – en de gemeenten Ede en Wageningen om tafel. In de tweede fase willen we naast de doorontwikkelde voertuigen liefst nog twee extra exemplaren aanschaffen. We willen dat de WEpods flexibeler en sneller kunnen rijden en onder verschillende weersomstandigheden. Daarnaast moeten ze slimmer worden door allerlei algoritmes, zodat hij betere voorspellingen kan doen over andere weggebruikers.”

Kun je een voorbeeld van zo’n voorspelling noemen?

“We zouden de WEpods onderscheid kunnen laten maken tussen volwassenen en kinderen. Volwassenen zijn qua gedrag voorspelbaarder dan kinderen, waardoor de WEpods meer afstand moeten houden bij kinderen dan bij volwassenen.”

Gaan meer steden dit doen? Hoe zie je de toekomst?

In grote steden verhoogt zelfrijdend vervoer de leefbaarheid. In eerste instantie zal het gaan om een klein aandeel van het dagelijks aantal reizigers naast de grote stromen van bus, tram en metro. We zijn met twee steden in Nederland in gesprek die wellicht eenzelfde proef willen doen, en we hebben goede contacten met Drive Sweden, dat zich bezighoudt met Mobility as a Service (MaaS) en met Bodø in Noorwegen. Daar willen ze een nieuwe wijk toekomstvast inrichten. Het zijn voorbeelden die aantonen dat je als overheid zelf kunt ontwerpen en ontwikkelingen kunt afdwingen, in plaats van te wachten tot ontwikkelingen zover zijn.”

*) Dit is een artikel in de serie van de Accenture Innovation Awards dat ik schreef in samenwerking met mijn collega Vivianne Voos.

 

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond