-

Duitse bedrijven bereiden zich het beste voor op Internet of Things

Niet de VS, niet China, maar Duitsland zou weleens koploper kunnen worden op het gebied van Internet of Things. Dat blijkt uit een verkennend onderzoek van Boston Consulting Group (BCG).

Veel van de innovatie op het gebied van Internet of Things is afkomstig uit de VS. Toch is het Duitsland dat zich het beste voorbereidt op de ontwikkeling dat steeds meer apparaten via het internet met elkaar zijn verbonden. De bedrijven daar zien veel potentie in de industriële toepassing – het zogenaamde ‘Industry 4.0’ of ‘Industrial Internet of Things’.

Even ver, maar beter voorbereid

Onderzoekers ondervroegen dit voorjaar zowel Amerikaanse als Duitse bestuurders en (operationele) managers bij enkele honderden bedrijven met meer dan 50 miljoen dollar omzet. Hen werd gevraagd hoe ver zij waren met de implementatie en welke uitdagingen nog werden verwacht. Uit de analyse blijkt volgens BCG dat bedrijven in beide landen op dit moment even ver zijn in de adoptie van deze nieuwe technieken. Maar Duitse industriële bedrijven lijken beter voorbereid om er de vruchten van te plukken en hebben veel grotere ambities, zegt BCG.

Begin dit jaar bracht ABN AMRO een interessant rapport uit over deze ontwikkeling. Duitsland wordt hierin nadrukkelijk als voorloper genoemd. De belangrijkste voordelen die in de Duitse praktijk worden waargenomen zijn lagere kosten en meer omzet. Door maakprocessen te verbinden kan een fabriek immers efficiënter produceren. Daarnaast staan alle schakels in een keten straks met elkaar in contact – van toeleverancier tot eindgebruiker.

Voorspellende technieken

Nu al zegt 17 procent van de bedrijven uit het onderzoek van BCG voorspellende technieken te gebruiken. Omdat apparaten online zijn – bij de klant of in eigen werkplaatsen – zijn de prestaties real-time uit te lezen. De verwachting is bijvoorbeeld dat bedrijven hierdoor beter in staat zijn te voorspellen welke apparaten onderhoud nodig hebben – al dan niet als onderdeel van nieuw te ontwikkelen services. Nog eens 24 procent van de Amerikaanse ondervraagden verwacht zulke technieken binnen twee jaar te kunnen gebruiken. De Duitsers gaan wat dat betreft veel sneller, denken de onderzoekers. Binnen twee jaar is 40 procent van hen al zover. Net zoveel managers verwachten autonoom werkende robots en assistenten te gebruiken. Dat percentage ligt bij de Amerikanen lager – op 20 procent.

Een goed voorbeeld hiervan is Siemens. In de fabriek in het Duitse Amberg kunnen machines al zo’n 75 procent van het werk volledig autonoom uitvoeren. Werkt de ene machine aan een product dan wordt de status direct gecommuniceerd naar een volgend apparaat. Die weet vervolgens welke volgende stappen nodig zijn. Medewerkers zijn er slechts voor de supervisie en om in te grijpen bij onverwachte gebeurtenissen.

Dat die connectiviteit tot financiële voordelen gaat leiden, is wel duidelijk. PwC spreekt in een onderzoek naar de Duitse markt van veertien procent kostenreductie en ruim achttien procent meer productiviteit. Toch hebben de bedrijven nog twee grote uitdagingen in het vooruitzicht, zegt BCG. Vooral een gebrek aan gespecialiseerd personeel voor de ingebruikname van de industriële Internet of Things is een zorg. Ook weet men nog niet goed hoe om te gaan met de beveiliging van alle data.

Video: hoe grote industriële bedrijven Internet of Things inzetten

Om video’s van Youtube te kunnen tonen, dienen analytische cookies en tracking cookies geaccepteerd te worden.

Foto: Lasse Hendriks / Shutterstock.com

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond