-

Online educatieplatformen ontwrichten traditioneel onderwijs, maar beide hebben elkaar nodig

Online educatieplatformen vullen met hun focus op technische vaardigheden de gaten op die universiteiten en hogescholen achterlaten. In de VS hielpen ze vorig jaar al meer engineers aan een baan dan elke traditionele opleider op zich. Het grote nadeel: studenten krijgen geen meta-vaardigheden bijgebracht. De uitdaging is om de efficiëntie van online spelers te combineren met de positieve effecten van traditioneel onderwijs.

Het gat tussen wat bedrijven willen en wat universiteiten en hogescholen studenten aanleren is groot. Met name op het vlak van coding is de mismatch zichtbaar, zo stelt Apples CEO Tim Cook.

Het is mooi om te zien hoe platformen zoals Ecole 42, Lambda, Free code camp en Udacity gretig op deze markt kant inspringen en delen van het onderwijs democratiseren. Ze weten met hun efficiëntie succesvol delen uit het onderwijs over te nemen. De bedrijven tonen aan dat er manieren zijn om op grote schaal sneller en meer up-to-date vaardigheden aan te leren. Met de tools die ze hebben ontwikkeld zijn ze in staat om de laatste kennis direct naar hun digitale touchpoints te brengen zonder daarvoor nog docenten te moeten trainen.

Een kans voor online educatie

Een grote stap in online onderwijs is al gezet:

• Lambda – Het bedrijf achter dit platform neemt het verdienmodel achter educatie flink op de schop. Elke student wordt in negen maanden tijd online klaargestoomd voor een baan als full stack developer, ontwikkelaar voor iOS of Android of UX designer. Lesgeld wordt er niet in rekening gebracht. Studenten dragen de eerste twee jaar van hun werkende leven zeventien procent van van hun inkomen af. Recentelijk is daar nog een variant aan toegevoegd: Lambda betaalt studenten een toelage van tweeduizend dollar per maand om de cursussen te volgen. In ruil daarvoor leveren ze gedurende vijf jaar tien procent van hun inkomen in – mits ze meer verdienen dan vijftigduizend dollar per jaar. Hoewel Lambda nieuw is, heeft 66 procent van de eerste lichting in iOS afgestudeerde studenten al een baan weten te bemachtigen.

• Udacity – Dit platform geeft je de mogelijkheid een introductie in programmeren te volgen, je te verdiepen in kunstmatige intelligentie of te leren hoe je zelfrijdende auto’s ontwikkelt. De opleidingen zijn tot stand gekomen in samenwerking met het bedrijfsleven. Het levert de industrie precies waar het behoefte aan heeft, maar creëert niet automatisch de meest kritische en flexibele denkers.

• Free code camp – Hetzelfde geldt voor Free code camp. Met onder meer online video’s en artikelen leren bezoekers er programmeren. Door de gratis lessen en praktijkervaring bij nonprofits is het nauwelijks mogelijk de propositie onsympathiek te vinden.

• Ecole 42 – Deze online school behoort tot mijn persoonlijke favorieten en is door grote namen als Y combinator, de oprichter van Nest en mede-oprichter van Slacht uitgeroepen tot beste instelling voor ontwikkelaars. Anders dan gebruikelijk heeft Ecole 42 geen docenten in dienst, geeft het geen vaste lessen en werkt het niet in semesters. Iedere student volgt op zijn eigen tempo een pad door het communitygedreven curriculum en wordt zo opgeleid in neurale netwerken of in het bouwen van apps. De voortgang wordt bijgehouden door peer reviews en algoritmes. En het mooie ervan: het is gratis. De Parijse onderneming breidt op dit moment uit naar regio’s als Rusland, Marokko, Finland, San Francisco en recentelijk ook Nederland.

Digitaal tijdperk vraagt om menselijke vaardigheden

Aan die mooie ontwikkeling kleeft echter ook een nadeel. Studenten komen online vaak alleen met zeer specifieke technische vaardigheden in aanraking en krijgen daardoor nog nauwelijks meta-skills aangeleerd. Kritisch denken, cognitieve flexibiliteit en creativiteit – vaardigheden die een leven lang van waarde blijven – worden vergeten. En juist die vaardigheden zijn volgens het World Economic Forum hard nodig om als mens te leren omgaan met disruptie en automatisering.

Het is goed voorstelbaar dat in de toekomst meer mensen kiezen voor deze vaak gratis en online vormen van onderwijs. Tegelijkertijd is het ook duidelijk dat de technische vaardigheden die iemand nu krijgt aangeleerd binnen enkele jaren weer achterhaald zijn. En studenten enkele van de belangrijkste vaardigheden zijn misgelopen.

Met de snelheid van de technologische veranderingen zullen banen immers veranderen en verdwijnen. Als we kijken naar de rol van bijvoorbeeld data scientists dan weet Gartner al te voorspellen dat in 2020 meer dan veertig procent van dit werk is geautomatiseerd. In een rapport stelt het dat ontwikkelaars in toenemende mate zullen werken met standaardmodellen van bedrijven zoals Amazon, Google en IBM. En beschikken jijzelf of je medewerkers wel over het aanpassingsvermogen om voorverpakte machine learning code te (her)gebruiken? Of het nu ontwikkelaars zijn die te maken krijgen met low- en no-code-initiatieven zoals Betty Blocks, of de beheerders die bewegen richting no-ops: ongeacht het specialisme treedt er automatisering op.

Zowel het rapport van Deloitte als dat van Gartner maken duidelijk dat de automatisering en de eenvoud waarmee er met technologie is te werken, de rol van ontwikkelaars verandert. Waren zij opgeleid met meta-skills dan zouden ze in staat zijn hun creativiteit en cognitieve flexibiliteit te gebruiken om zichzelf aan te passen aan een nieuwe rol. Omdat we in de toekomst meer bezig zullen zijn met het nadenken over hoe we technologie implementeren en gebruiken, zou een functie als ‘vertaler van tech’ bijvoorbeeld beter kunnen passen.

De genoemde meta-vaardigheden maken bedrijven bovendien een stuk humaner. Vandaag de dag geen onbelangrijke eigenschap: wie snapt wat ethisch handelen inhoudt en erin slaagt deze waarden onderdeel te maken van de bedrijfscultuur vergroot zijn relevantie. Douglas Rushkoff vroeg zich niet voor niets hardop af hoe het nu met Facebook zou gaan als oprichter Mark een paar colleges ‘empathie’ had gevolgd aan Harvard.

Online en traditioneel onderwijs zouden naar elkaar toe moeten trekken

Universiteiten, hogescholen en natuurlijk ook kunstopleidingen zijn bij uitstek de plekken waar studenten zulke vaardigheden krijgen bijgebracht. Ik stel me daarom een wereld voor waarin technologie alledaagse onderwijstaken vergemakkelijkt. Online platformen kunnen nog beter worden door op hun beurt het aanbod uit te breiden met onderwijs in filosofie en kunst, om zo de creativiteit te stimuleren.

Docenten zouden zich niet langer bezig hoeven te houden met repetitief werk. In plaats daarvan kunnen zij weer mentor zijn voor het individu en ondersteunen in iemands persoonlijke ontwikkeling. Scholen zorgen op hun fysieke locaties voor bijeenkomsten waar zowel individuen als bedrijven worden geschoold in empathie, kritisch denken en flexibiliteit. Technologie maakt op die manier de menselijke connectiviteit gemakkelijker.

Met exact deze ingrediënten heb ik kort geleden samen met de Hogeschool van Amsterdam een gratis online programma ontwikkeld, ‘The Adaptable Mindset’. Meditatie, kunst, games en film worden in een digitale en visuele stijl aangeboden, simpelweg om een brug te slaan tussen de vaardigheden die men nu krijgt aangeleerd en feitelijk nodig hebben in het leven. De hogeschool draait op kleine schaal een proef om te zien hoe traditioneel en online onderwijs hierin samen kunnen optrekken.

Het doel van deze onderwijsverandering is om tot meer gelukkige en veerkrachtige mensen te komen. Geen gemakkelijke opgave, maar vandaag de dag o zo nodig. En de methodes zijn bekend. Het stelt iedereen in staat om te gaan en mee te groeien met disruptie.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond