Online retail en het toepassen van de nieuwe EU-brede BTW-regels

BTW en internationaal zaken doen: online retailers en andere e-commercebedrijven hebben met ingewikkelde problemen te maken als ze zaken doen over de grens. De vorig jaar ingegane EU-brede BTW-regels voor e-commerce zijn een belangrijke stap in de juiste richting.

Bijna driekwart (72 procent) van alle Europese e-commercebedrijven ziet de complexe regelgeving van verschillende EU-lidstaten als een obstakel voor hun groei. Dit bleek uit een onderzoek dat marktonderzoeksbureau B2B International uitvoerde in opdracht van Stripe. Bedrijven snakken naar een sterkere harmonisering van de wet- en regelgeving. Dat merken we ook dagelijks in de praktijk. Ondersteuning voor de naleving van belastingregels behoort al sinds jaar en dag tot de meest gevraagde diensten. Vraag het aan een willekeurig Nederlands bedrijf dat zaken doet over de grens en de kans is groot dat ze het een drama noemen. Dat Nederlandse respondenten ‘belastingen afhandelen’ op een tweede plaats noemen wat betreft grootste uitdagingen, kwam niet als een verrassing.

BTW en belasting in de EU

Omdat digitale en fysieke goederen in elke EU-lidstaat anders worden belast, moeten e-commercebedrijven vaak uitvoerige berekeningen maken om de BTW-tarieven op internationale schaal te bepalen en ze in hun systemen op te voeren. Dit maakt internationale handel uiterst complex. Bovendien veranderen belastingregels voortdurend en zijn er diverse uitzonderingen en afwijkingen met subtiele details. Een ogenschijnlijk simpel product als tickets voor een webinar is een mooi voorbeeld. De belastingtarieven zijn ten eerste gekoppeld aan de vraag of de webinar live is, of opgenomen. Ook maakt het uit waar de koper zich bevond toen het ticket werd gekocht. Tot slot gelden er ook nog verschillende tarieven voor particulier of zakelijk gebruik. Het mag duidelijk zijn dat het berekenen van het juiste BTW-tarief de aanbieder van de webinar de nodige hoofdbrekens oplevert.

Deze complexiteit heeft een behoorlijke impact. De internationaal opererende e-commercebedrijven die aan het onderzoek meededen gaven aan naar verwachting maar liefst 30 procent meer omzet te kunnen boeken als de BTW-wetgeving eenvoudiger was en meer uniform tussen de lidstaten van de EU. In euro’s uitgedrukt levert dat een enorm potentieel op. Als er sprake zou zijn van geharmoniseerde regelgeving zouden alle B2C-e-commercebedrijven in de EU samen ruim €100 miljard meer kunnen verdienen.

Nederland e-commerceland

Dit geldt zeker voor de exportgerichte economie van Nederland. Het aantal webwinkels in Nederland is de afgelopen 10 jaar met wel 300% gegroeid. Terwijl het aantal online retailers in Nederland ongeveer de helft is van het veel grotere Duitsland, telt Nederland bijna vier keer zo veel webshops als het meer vergelijkbare België. De e-commercehandel over de grens van mkb-bedrijven heeft lange tijd de groei van de Nederlandse export flink aangedreven. En met een groei van 16 procent van de online bestedingen van Nederlandse consumenten in 2021 ten opzichte van een jaar eerder, lijkt ook daar de groei nog lang niet uit te zijn. Intussen hebben dienstverleners ook hun bijdrage geleverd aan het simplificeren van het voldoen aan de regelgeving (Stripe zelf is een van de bureaus die een oplossing bieden om onder andere automatisch de BTW op goederen en diensten aan de hand van actuele lokale tarieven te berekenen).

Meer Europese BTW-regelgeving, minder bureaucratie

Gelukkig is ook de EU zich al geruime tijd bewust van het feit dat de handel binnen de Europese gezamenlijke markt ook om Europese oplossingen vraagt. Een belangrijke concrete stap hierin is de per 1 juli 2021 van kracht geworden BTW-richtlijn voor e-commerce van de EU. Online retailers die producten over de grenzen van EU-lidstaten verkopen, of goederen naar klanten in de EU exporteren, kunnen voor hun BTW-aangifte gebruikmaken van het EU-brede One-Stop-Shop (OSS)-systeem. Alle e-commercebedrijven die sinds 2020 binnen de EU een netto-omzet van boven de €10.000 boekten komen hiervoor in aanmerking.

De voordelen zijn legio. De nieuwe regelgeving vermindert de benodigde inspanning van e-commercebedrijven aanzienlijk. Zij hoeven zich niet langer te registreren in alle EU-lidstaten waarin zij producten aanbieden. De voorlopige BTW-aangifte hoeft slechts een keer per kwartaal te worden ingediend in plaats van maandelijks. De bedrijven hoeven ook niet langer verschillende BTW-aangiftes in te dienen: één aangifte volstaat. Mogelijk kunnen bedrijven zo besparen op kosten van advies over buitenlandse belastingregelingen. Maar hoewel de richtlijn voor een forse vereenvoudiging van de intracommunautaire handel heeft gezorgd, stelt die e-commercebedrijven ook voor nieuwe uitdagingen. Ze moeten nagaan of de wetgeving op hen van toepassing is en wat dat in de praktijk betekent.

Europese BTW-regels: een mooie eerste stap

De harmonisatie van de richtlijnen van verschillende EU-lidstaten is een belangrijke voorwaarde voor de verdere groei van de Europese digitale economie. Dit sluit ook aan op de visie van de Europese interne markt. Harmonisatie kan economische groei ter waarde van miljarden euro’s aanwakkeren en zou daarom hoog op de politieke agenda moeten staan. En zoals uit de nieuwe BTW-regelgeving blijkt bevinden de politieke besluitvormers zich op het juiste spoor.

Geharmoniseerde EU-brede regelgeving kan in combinatie met technologische oplossingen bijdragen aan een aanzienlijke omzetstijging van e-commercebedrijven in de EU. Technologieleveranciers en de politiek zouden daarom in moeten zetten op het versterken van de digitale economie. Een succesvolle interneteconomie is immers een belangrijke pijler van een verenigd en welvarend Europa.

Over de auteur: Margreet Brenkman is Head of Northern Europe bij Stripe.

Op de hoogte blijven van het laatste nieuws binnen je vakgebied? Volg Emerce dan ook op social: LinkedIn, Twitter en Facebook