-

(Meetbare) duurzaamheid en welzijn winnen aan belang in techwereld

De tech-sector speelt steeds prominenter een rol in het aanpakken van milieuproblemen. Niet alleen omdat het moet, maar ook omdat investeerders vragen om meer dan alleen commerciële doelen. Het meetbaar maken van duurzaamheid, welzijn en sociale impact wordt daarom ook steeds belangrijker.

“Wie heeft wel eens zelf een batterij van een telefoon gewisseld?”, vraagt oprichter Bas van Abel van Fairphone aan zijn publiek tijdens het enkele maanden terug gehouden zakelijke techevent The Next Web. Een handjevol handen gaat in de lucht. “Jullie zijn waarschijnlijk ontwikkelaars”, zegt hij gekscherend, maar met een serieuze ondertoon. De maker van demonteerbare telefoons betoogt dat de levensduur van producten langer moet worden.

Het bevestigt het heersende beeld van een samenleving waarin we nog veel onnodig weggooien en weinig grondstoffen en materialen in omloop blijven. Dit zadelt toekomstige generaties met een probleem van beschikbaarheid op. En bovendien met de schadelijke gevolgen van klimaatopwarming en het verlies aan biodiversiteit, omdat met onze huidige wijze van lineaire productie veel meer verbruik en emissie plaatsvindt dan in een circulaire economie het geval zou zijn.

Die tekortkoming is maatschappelijk gezien een groot probleem. Temeer omdat bij het voorzetten van huidige consumptiepatronen het terugdringen van milieuschade een helse opgave is. Die schade neemt nog altijd toe en daarom is een systeemverandering nodig waarin zowel consumenten, overheden, producenten en dienstverleners een rol spelen.

Inzet technologie voor maatschappelijk doel

Zo’n systeemverandering kan niet alleen maar leunen op technologie en innovatie. Zo is gedragsverandering is cruciaal, zoals het klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties ook duidelijk maakt. Desalniettemin spelen technologie en innovatie een nadrukkelijke rol. Het stelt bedrijven in staat milieuvriendelijker te produceren, de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen te verminderen en bewustzijn over bijvoorbeeld energiegebruik te creëren, en zo ook gedragsverandering te ondersteunen.

Een mooi voorbeeld van het belang van technologie is te zien bij de presentatie van vertical farm Growy. De bladgroenten die in een gecontroleerde omgeving worden geteeld hebben – per cluster – digitale dubbelgangers, waardoor de optimale verlichting, voeding, klimaatomstandigheden en bewatering getest kunnen worden. Dit gaat samen met sensoren die grote hoeveelheden data verzamelen. Dat stelt het bedrijf in staat zo duurzaam mogelijk te telen en zo min mogelijk verspilling te veroorzaken.

Veelzeggend is de oproep die ontwerper Anandita Punj van Info, dat deze Digital Twinning-technologie verzorgt, bij The Next Web doet: geen ongerichte klantwerving, maar nadrukkelijk de inzet om samen te werken om de digitale dubbelganger voor maatschappelijke doelen in te zetten. Zo zijn er bijvoorbeeld kansen voor digitale tweelingen van batterijen van e-bikes. Gebaseerd op bestaand gebruikersgedrag en informatie over de omgeving kunnen voorspellingen over batterijduur gedaan worden. “Daarmee kunnen we advies aan gebruikers geven, bijvoorbeeld over de optimale tijd om op te laden.”

Zo kan technologie ook ingezet worden voor het aanmoedigen van gedragsverandering, legt de ontwerper uit. “De levensduur van een batterij wordt sterk bepaald door gebruiksgedrag. Als we daarover kennis delen, kan bijvoorbeeld beter onderhoud tot een langere levensduur van een batterij leiden. Als we de levensduur van batterijen hierdoor al met 10 tot 20 procent kunnen optimaliseren, zorgt toepassing op grote schaal voor veel minder elektronisch afval.”

Eigen intenties

Haar oproep staat niet op zichzelf. Uit recent onderzoek (pdf) van adviesbureau Capgemini blijkt dat – naast meer commerciële doelen – verduurzaming voor meer dan de helft van de bedrijven een van de cruciale redenen is om te investeren in Digital Twinning. Een aansprekend voorbeeld op overheidsniveau is Singapore, dat een kopie van de stad heeft om simulaties uit te voeren. Op die manier kan bijvoorbeeld beter bepaald worden waar zonnepanelen extra geschikt zijn.

Technologie kan ook ingezet worden voor energiebesparing. De maker van koelkastsensoren Therma helpt onder meer restaurants en scholen om real-time de temperatuur en luchtvochtigheid op afstand kunnen laten zien. Bovendien kunnen storingen vooraf worden voorspeld, waarmee de schadelijke emissies die vrijkomen bij lekkende koelkasten kunnen worden voorkomen. Emissies van fluorkoolwaterstoffen en hebben een sterk klimaatopwarmend effect.

Voor een doorbraak van climate tech zijn techbedrijven niet per se afhankelijk van van wetgeving die klimaatvriendelijkheid stimuleert, stelt Therma-oprichter Aaron Cohen. Zo waait er in Californië een duurzamere politieke wind dan in Texas. “Maar in beide gevallen wordt ons dashboard goed afgenomen.” Het aanpakken van klimaatgerelateerde uitdagingen wordt dus mede gemotiveerd door eigen intenties in plaats van dat wordt enkel afgewacht op de sturing vanuit de autoriteiten.

Druk vanuit maatschappij

Tegelijkertijd kan maatschappelijke druk een beweging naar het inzetten van technologie voor maatschappelijke doelen versnellen. Die druk komt bijvoorbeeld vanuit investeerders. Accountants- en adviesbureau PwC concludeerde vorig jaar dat maatschappelijk verantwoord ondernemen bij investeerders steeds hoger op de agenda staat, en dat ook de kleinere durfinvesteerders dit in het vizier hebben. Er gaat dan ook meer geld naar investeringen in maatschappelijke doelen.

Hoewel de focus daarbinnen vooral op klimaat lijkt te liggen, ligt het voor de hand dat meer sociale aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen ook aan belang winnen. Dit kan bijvoorbeeld de omgang met mensenrechten in een waardeketen, de bijdrage aan een omgeving, of de werkomstandigheden van eigen werknemers betreffen. Ook dit zijn onderdelen van duurzaam ondernemen. Een expertgroep van de Europese Commissie onderschrijft (pdf) dat investeerders in de afgelopen jaren meer aandacht hebben gekregen voor het sociale aspect van duurzaam ondernemen.

Cultuur als X-factor

Een aanvullende stimulans is daarbij dat financiële en sociale belangen parallel kunnen lopen. Professor Alex Edmans van de London Business School constateerde al tien jaar geleden op basis van data over de aandelenmarkt tussen april 1984 en eind 2011 dat werknemerstevredenheid tot hogere rendementen leidt.

Wie niet goed voor zijn werknemers en de omgeving zorgt, neemt bovendien het risico dat personeel wegloopt, of dat inkomsten worden gederfd door reputatieschade. Barre werkomstandigheden worden maatschappelijk minder geaccepteerd. Die kunnen leiden tot weglopende klanten en leveranciers, of een tik op de vingers van toezichthouders. Bovendien wordt de stem van werknemers belangrijker nu de schaarste aan personeel nijpend is.

“Cultuur is een X-factor voor bedrijven”, onderstreept Ernst Rustenhoven van durfkapitalist Slingshot Ventures het belang van welzijn dan ook. De durfinvesteerder toetst dit bij bedrijven waar het aandeelhouder van is. Zo worden rondvragen onder directies (en soms zelfs interviews) gehouden om de mate van welzijn te toetsen. Daarmee krijgt de durfkapitalist meer inzicht in zaken die niet direct in de geijkte financiële indicatoren gemeten worden, maar wel van groot belang zijn.

Meten van bijdrage aan welzijn voor de samenleving

Directeur Meik Wiking van The Happiness Research Institute helpt investeerders die hun bijdrage aan welzijn voor de samenleving willen kwantificeren. Het Deense onderzoeksbureau heeft er een concrete indicator voor ontwikkeld: ‘Well-being adjusted life years’ of WALY’s. Met de zelfrapportage van meer dan 100.000 panelleden door de jaren heen is onderzocht hoeveel jaren in goed welzijn verloren gaan wanneer bijvoorbeeld diabetes, een depressie of de ziekte van Alzheimer optreden. Met die kennis kan het maatschappelijk rendement van een investering berekend worden, afhankelijk van de bedrijfsactiviteiten van de betreffende onderneming.

Het onderzoeksbureau biedt daarmee op The Next Web een alternatief voor het toetsen van prestaties van bedrijven aan geijkte, financiële en duidelijk meetbare indicatoren, zoals omzet, brutowinst, bedrijfsresultaat of ROI. Met een objectieve methode om welzijn te meten, kan per geïnvesteerde euro of dollar gekeken worden hoeveel WALY’s behouden blijven, zo laat de onderzoeker zien. Dergelijke resultaten kunnen vervolgens vergeleken worden met meer traditionele rendementscriteria, die eenvoudiger in cijfers te vatten zijn.

De doorgaans op rechtlijnige maatstaven gebaseerde macro-economische indicatoren vertellen immers niet alles over de werkelijke ontwikkeling van welzijn in een samenleving. Zo ging in Denemarken de groei van de economie op enig moment samen met meer stress, eenzaamheid en mentale problemen, zo beschrijft een rapport (pdf) van het Happiness Research Institute. En over Nederland laat de sectorale welzijnsmonitor van ABN AMRO zien dat economische groei haaks kan staan op de gezondheid en veiligheid van werknemers.

Meten van bijdrage aan welzijn voor de samenleving

De Deense onderzoekers sluiten aan bij een groeiend aantal initiatieven om maatschappelijke doelen beter meetbaar te maken. Niet voor niets kreeg het verhaal een groot podium bij The Next Web.

Met meetbare criteria voor welzijn krijgen investeerders handvatten om hun maatschappelijke betekenis verder te vergroten, en neemt de druk verder toe om technologie en innovatie maatschappelijke doelen boven solistische commerciële doelen te stellen. Bedrijven die meer maatschappelijke betekenis genereren, krijgen dan meer kans op kapitaalinjecties. Zo krijgt het ecosysteem rondom de maatschappelijke impact van technologie verder vorm.

Over de auteur: Sonny Duijn is Sectoreconoom thema’s bij ABN AMRO.

Op de hoogte blijven van het laatste nieuws binnen je vakgebied? Volg Emerce dan ook op social: LinkedIn, Twitter en Facebook.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond